Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

140405. Boekbesprekingen

 L.C. Stilma, Van Kloosterklas tot basisschool. Een historisch overzicht van opvoeding en onderwijs in Nederland. Nijkerk (Intro) 1995. ISBN 90‑5574‑044‑6

In de jaren zeventig verschenen van de hand van de toenmalige Groningse hoogleraar historische pedagogiek, KIF Noordam, twee inleidingen in de historische pedagogiek.' Zij werden tot voor kort veel gebruikt in pedagogische opleidingen, zowel op universitair als op HBO‑niveau. Het waren vlot geschreven en gemakkelijk toegankelijke werken, waarin de auteur, belezen en goed docent als hij was, de op zich niet zo gemakkelijke stof helder uiteenzette. Hoewel Noordam's werk de gehele periode van oudheid tot twintigste eeuw omvatte, lag het accent toch op de pedagogiek van de Verlichting en de negentiende eeuw. De grote pedagogen en hun denkbeelden stonden centraal; de opvoedkundige praktijk kwam wel aan de orde, maar toch op de tweede plaats als afgeleide van de theoretische opvattingen. De laatste jaren is echter in veel publicaties die pedagogische praktijk verder uitgediept en alleen al daarom was Noordam's werk aan een opvolger toe. Bert Stilma, docent opvoedkunde aan de PABO Utrecht en redacteur van De School Anno, heeft die taak op zich genomen en met succes. Hij is er in geslaagd om in krap 120 bladzijden een helder en gemakkelijk toegankelijk overzicht te bieden van de historische pedagogiek op basis van de meest recente literatuur.

De titel van het boek 'Van kloosterklas tot basisschool' geeft eigenlijk al duidelijk aan op welke punten Stilma van het werk van Noordam verschilt. In de eerste plaats ligt het accent bij Stilma op de onderwijspraktijk. Het is een geschiedenis van de school, van het onderwijzen en het onderwezen worden. Stilma plaatst de veranderingen in het onderwijs tegen de achtergrond van de sociaal‑economische ontwikkelingen, zonder dat de pedagogische opvattingen verwaarloosd worden. Het tweede verschil met Noordam is dat in dit boek de school, en dan in het bijzonder de basisschool, centraal staat. Hoewel de ondertitel van het boek een bredere aanpak suggereert, is die beperking begrijpelijk. Het

zou bij de huidige stand van het onderzoek onmogelijk zijn geweest om de omvang van het boek te beperken wanneer je ook aandacht had moeten besteden aan de gezinsopvoeding, de residentiele jeugdzorg en het jeugdwerk, om maar wat te noemen. Een pluspunt vind ik ook dat Stilma de twintigste eeuwse ontwikkelingen in een juist perspectief behandelt. Terwijl je in veel overzichtswerken nogal eens ziet dat de recente tijd relatief meer aandacht krijgt dan eerdere perioden, is dat bij Stilma niet het geval. De meest recente ontwikkelingen krijgen ongeveer evenveel bladzijden toegemeten dan vroegere, terwijl ook de lijn van het betoog met evenredige aandacht voor onderwijspraktijk, onderwijsorganisatie en pedagogische denkbeelden goed wordt volgehouden.

Het geheel is niet alleen vlot en duidelijk geschreven, maar ook doorspekt met leuke voorbeelden en illustraties. Dat het boek echt voor gebruik in het onderwijs geschreven is, blijkt uit het feit dat elk hoofdstuk wordt afgesloten met leesvragen en opdrachten en suggesties om de droge stof 'levend' te maken met een bezoek aan een museum, het zien van een bijpassende film of het luisteren naar muziek uit die tijd. Het is in het huidige geschiedenisonderwijs gebruikelijk om aansluiting te zoeken bij de eigen tijd en ervaring van de leerlingen en ook Stilma doet pogingen om zijn onderwerpen te actualiseren. Hij gaat analogieën niet uit de weg; zo wordt bijvoorbeeld de boodschap 'kennis is macht' uit een rapport van het Nederlandsch Onderwijzers Genootschap uit 1858 rechtstreeks gelegd naast een passage met dezelfde strekking uit een ABOP‑rapport van 1989. Ook in de discussievragen laat Stilma de lezers vaak een vergelijking maken tussen vroeger en nu, zoals bijvoorbeeld in de vraag om een pedagogisch concept temaken voor de huidige basisschool met gebruikmaking van de antropologie van Comenius. Ik ben eigenlijk wel benieuwd naar de antwoorden die Stilma op zulke vragen verwacht.

Het zal duidelijk zijn dat ik dit boek zeer positief beoordeel en aan iedereen, binnen en buiten het onderwijs, wil aanraden. Heb ik dan helemaal geen kritiek? Toch wel, een beetje. Bij lezing ging het me langzamerhand opvallen dat de auteur de opvattingen van veel pedagogen niet alleen helder weergeeft, maar in de regel ook positief waardeert. Dat speelt met name bij de bespreking van de onderwijsvernieuwers van de twintigste eeuw: Ligthart, Montessori, Thijssen en anderen, wier ideeën door Stilma worden omarmd. Je zit bijna op een kritische noot te wachten. Maar dat is dan ook de enige die ik wil kraken.

Peter Selten

 N.F Noordam, Inleiding in de historische pedagogiek, Groningen 1968. N.F Noordam, Historische pedagogiek van Nederland, Nijkerk 1979.

Zakelijke info