Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

110108. Boekbespreking

 W.M. Seuren 150 jaar Sint WillibrordusVereniging 's‑Gravenhage, 1842‑1992. Beeld van een schoolbestuur,'s‑Gravenhage 1992. ISBN 90‑9005657‑2.

K.W. Van Netten Van Hofjesstraat tot Kruidenpad. 1867‑1992. 125 jaar christelijk onderwijs in Vlaardingen, Vlaardingen 1992. ISBN 90‑9004967‑3

Naarmate de leeftijd van een schoolvereniging vordert, wordt het schrijven van een gedenkboek een steeds lastiger opgave. Ze begon ooit met één school, twee misschien. Maar fusies, schaalvergroting en administratieve taakverdeling maken dat een schoolvereniging heden ten dage in weinig opzichten nog te vergelijken is met het overzichtelijke clubje aan het begin. Bovendien zijn de feiten vaak al aardig afgeroomd door de bij eerdere gelegenheden verschenen gedenkboeken. Daar staat dan weer tegenover dat met het verstrijken der jaren de terugblik wat evenwichtiger, wat nuchterder van toon kan zijn, zonder overigens de voorvechters van het eerste uur te kort te doen. Want eerlijk is eerlijk: te veel brillen raakten reeds beslagen van de opgewonden retoriek van de oprichters die hun bestaansrecht ooit bevochten op een onwelwillende buitenwereld. Let maar eens op de uitroeptekens in gedenkboeken!

Geen eenvoudige onderneming dus. Te meer daar gedenkboeken toch vooral zijn bedoeld voor de direct betrokkenen aan wie meestal een voorgeschiedenis van 'hun' school(vereniging) wel degelijk is besteed. En dat zijn tenslotte de lezers voor wie de schrijver aan het werk gaat, nietwaar? De twee j ubileumboeken die de redactie bereikten, geven een aardige indruk van de manieren die kunnen worden gevolgd. Laat ik met de oudste beginnen, de 150 jarige St. Willibrordusvereniging in 's‑Gravenhage: een initiatief van een viertal pastoors ter plaatse, in samenwerking met religieuzen van een Tilburgse congregatie, ten gunste van arme katholieke kinderen groeide in anderhalve eeuw uit tot een moderne organisatie die thans zestien basisscholen en vijf scholen voor voortgezet onderwijs in en rond Den Haag beheert. De auteur van het gedenkboek maakte als secretaris bijna derig jaar (1958‑1987) deel uit van het bestuur van de vereniging. Gelet op de aard van zijn betrokkenheid, ligt de invalshoek voor zijn beschrijving dan ook voor de hand: het werk van een bestuur te belichten. Als geen ander waarschijnlijk kent hij de geweldige veranderingen die de organisatie in deze jaren doormaakte, in bestuurlijk, administratief en kwantitatief opzicht. Het pastorale accent in het bestuur hield bijna 125 jaar stand, daarna zijn het leken die de leiding van de vereniging in handen nemen en op meer professionele leest schoeien. De hoofdpersonen uit de beginperiode en enige statutaire en bestuurlijke bijzonderheden uit later jaren, de werkzaamheden en de rechtspositie van de zusters, de groei en bloei van de scholen staan in drie afzonderlijke hoofdstukken beschreven. De auteur heeft daarvoor heel wat archieven en secundaire literatuur doorgenomen. De aandacht voor bestuurlijke aangelegenheden en de administratieve organisatie bereikt een hoogtepunt in het hoofdstuk Van giften en schulden waar een opeenstapeling van feiten over de financiële positie en het beleid van de vereninging de lezer in slaap sust. Geen ouder of leerling die hier rode koontjes van krijgt. Aardiger is het slothoofdstuk waarin het gaat over de identiteit van de katholieke school. Niet dat we daarover wijzer worden want de visie in eigen kring laat zich niet eenduidig onder woorden brengen, zo blijkt. Maar dit onderwerp belooft in elk geval bij een volgend jubileum boeiende stof tot schrijven. Of is het een gemiste kans van dit ronde jaartal? De ingrijpende veranderingen in het r.k. onderwijs van de afgelopen vijftig jaar waar de religieuzen geheel van het toneel verdwenen ‑ hadden nu moeten worden vastgelegd. Het kritisch oordeel van het bestuur over het godsdienstonderwijs aan één der scholen halverwege de jaren vijftig wekt de nieuwsgierigheid: "Vooral is bij controles opgevallen, dat de school doordrenkt is van een geloofsuiting, die met de werkelijke innerlijke geloofsleer niets heeft uit te staan. Angst voor de zonden, voor de straf en voor de hel zijn stramienen, waar alles naar geweven is. "Zo'n citaat zegt mij genoeg: gesprekken met oudonderwijzend personeel en oud‑leerlingen, dáár is onderwijsgeschiedenis mee te schrijven.

Voor het gedenkboek over 125 jaar christelijk onderwijs in Vlaardingen is gekozen voor een traditionele opbouw van het verhaal en een aansprekende vormgeving met veel foto's. Het eerste schoolgebouw, aan de Hofjesstraat, dateert van 1871, het laatste, aan het Kruidenpad, van 1978. In meer dan twintig hoofdstukjes vertelt de auteur onder meer over de aanleiding tot de oprichting, de schoolgebouwen, de mensen die er werkten, de inhoud van het onderwijs, de financiën, de scholen in oorlogstijd en de groei en de bloei van het lager en voortgezet onderwijs. (De bovenverdieping van het eerste schoolgebouw verraadt een zekere 'corpsgeest': niet alleen het schoolhoofd met zijn gezin huisde er, het overige onderwijzend personeel vond hier eveneens onderdak. Opmerkelijk.) Wat zich laat vatten in rijtjes, is verbannen naar bijlagen achterin. De spanningen tussen openbaar en bijzonder onderwijs, maar ook in eigen, protestantse kring, worden ter zake beschreven zonder uitroeptekens te hulpteroepen.Verlevendigd mettalrijke citaten, geput uit een grote verscheidenheid aan bronnen, zijn het de hoofdpunten uit de eerste honderd jaar die zo naar voren worden gehaald. Aan de laatste decennia waagt de auteur zich liever niet; zijn nauwe betrokkenheid bij de Vereniging (eerst onderwijzer, later onderwijskundig medewerker) staat, naar eigen zeggen, de daarvoor vereiste distantie in de weg.

Een aantrekkelijk boekje voor Vlaardingse lezers. Als lezer van buiten stel ik prijs op een wat bredere achtergrond, bijvoorbeeld wanneer groei en stadsuitbreiding aan de orde zijn: hoeveel inwoners had Vlaardingen eigenlijk en hoe is de bevolkingsgroei verlopen? Wat was de plaats van het bijzonder onderwijs in het gehele onderwijsaanbod in de stad?

Agnes Jonker

 

Zakelijke info