Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

30205. Boekbespreking:

Frank-van Westrienen, de Groote Tour. tekening van de educatiereis der Nederlanders in de 17e eeuw, Amsterdam (Noord-Hollandse uitgeversmaatschappij) 1983 xi + 385 paginas door Peter Selten

In de 16e en 17e eeuw maakten zonen van welgestelde Hollandse burgers als afsluiting van hun opvoeding de zogenoemde Groote Tour, een rondreis met een educatief en sociaal doel langs de belangrijkste Europese plaatsen en bezienswaardigheden. De Groote Tour voerde naar Engeland (Londen, Oxford en Cambridgë), Frankrijk (Parijs, de 1oire-streek, de Provenee), Duitslatid en Zwitserland (Genève, centrum vaii de Calvijnse reformatie) en Italië. Over deze Tour schreef Anna Frank- van Westrienen haar dissertatie, die zij in 1983 in Leiden verdedigde. Het is een boeiend boek over reizen geworden, dat zich laat lezen als een reisverslag. De schrijfster heeft veel oog voor detail en schrijft beeldend, ruim puttend uit de ongeveer 30 reisjournalen en reisbrieven, waarop zij haar verhaal heeft gebaseerd. Wie het boek ter hand wil nemen, zal zich wel moeten realiseren dat het doorspekt is met citaten in 17e eeuws Nederlands en Frans.

De beschrijving van de Groote Tour begint bij het begin, de voorbereidingen tot de reis: het uitstippelen van de route, het bepalen van het beste jaargetijde, de bezinning op liet doel van de reis, de introductiebrieven, de financiën. Vervolgens wordt de reis zelf beschreven: de vervoermiddelen, de douaneperikeln, paspoorten en gezondheidsattesten, nodig om in steden en landen binnen te komen, de kwaliteit van het logies, valuta aangelegenlieden om maar enkele van de vele wederwaardigheden te noemen. Dan behandelt de schrijfster het educatieve aspect. Wat leerden de reizigers? Welke kennis deden zij op? Niet veel, moet het antwoord zijn, na lezing van het betreffende hoofdstuk. Frank geeft voorbeelden van promoties binnen enkele dagen, nadat studenten zich aan een universiteit hebben laten inschrijven. Een hoog wetenschappelijkgehalte kon dan niet verwacht worden.  Ook de kennis van de vreemde taal, toch een van de belangrijkste doeleinden van de reis, valt vaak tegen.  Verder stelt de reiziger zich op de hoogte van de staatsinrichting, de politieke gebeurtenissen en de godsdienst in het land van verblijf. Maar dan zijn we al bij het eigenlijke doel van de Groote Tour, het zich vormen tot 'honnete homme', een woord waarvan geen goed twintigste eeuws Nederlands equivalent bestaat.

De jonge man moest zich tijdens de reis de eisen van de sociale omgangsvormen eigen maken, zoals die iemand van zijn stand en aanzien beraamden. Door de omgang met verfijnde Franse en Italiaanse adel en hoge burgerij moest hij de Hollandse botheid afleren. Uit de beschrijvingen blijkt dan ook dat de reiziger veel tijd besteedde aan het afleggen van bezoeken aan de salons van de adel; men leerde schermen, men bezocht het toneel en de opera.

Daarnaast bezocht men de belangrijkste culturele en toeristische bezienswaardigheden:de overblijfselen van de klassieke oudheid, de Italiaanse steden, om aldus in Holland te kunnen terugkeren als een 'man van de beschaafde wereld'. De reisverslagen waarop Frank zich baseert zijn afkomstig van jongelieden uit de hoogste laag, waaronder Frangois van Aerssen , de zonen van Van Oldenbarnevelt, P.C. Hooft, Constantijn Huygens en diens vier zonen en Cornelis en Johan de Witt. Op grond hiervan en op grond van de aard van de reis komt Frank tot de conclusie dat het bij de Groote Tour vooral ging om een 'toerist op educatieve' reis, minder om het bereiken van een wetenschappelijke vorming. Zij meent dat er een groot verschil was met degenen, die naar het buitenland trokken om aldaar aan een universiteit te gaan studeren. Reisverhalen van dergelijke studenten heeft zij ook niet in haar onderzoek betrokken. Deze beperking is wellicht begrijpelijk, maar toch jammer.

Want het is duidelijk dat de Groote Tour zoals hier beschreven, voorbehouden was aan de zeer rijken.  Want niet alleen de reis zelf was duur. De verblijfkosten en de uitgaven ter plaatse waren zeer hoog wanneer men zich wilde mengen tussen de Franse adel en het Italiaanse patriarchaat. Niemand minder dan Van Oldenbarnevelt zag zich gedwongen om financiële redenen zijn zoons naar huis terug te roepen. De vraag is dan ook in hoeverre Frank erin geslaagd is haar stelling dat de Groote Tour een 'cultuurhistorisch fenomeen van Europese allure' was (p.2) volledig waar te maken. Ja, inzoverre zij heeft duidelijk gemaakt dat naast Engelsen, Duitsers en Fransen ook Nederlanders deze activiteit ondernamen, Maar door de beperking tot de toeristisch-educatieve reis ontbreekt toch een breder cultureel perspectief .

Desondanks, zoals al aangegeven, een zeer leesbaar boek dat de geinteresseerde veel leesgenot kan bieden.  Zeker als hij of zij bekend is met de beschreven plaatsen en streken, kan de lezer zich zonder moeite de dia's voorstellen die een hedendaagse reiziger zou hebben gemaakt. En de Nederlander in het buitenland, zoals die in hedendaagse karikaturen wordt getekend, blijkt ook in vroeger eeuwen al te hebben bestaan. Ook de door Frank beschreven reizigers zoeken in het buitenland bij voorkeur landgenoten op om met hen te gaan eten en drinken en te klagen over de kwaliteit van liet eten, het logies en de viesheid van de steden.

Peter Selten

Zakelijke info