Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

230102. Pestalozzi in meervoud door Daan Thoomes

In de historische pedagogiek is Pestalozzi geen onbekende. In vrijwel elk handboek over de geschiedenis van opvoeding en onderwijs duikt zijn naam op. Die wordt dan in verband gebracht met zijn voor de negentiende eeuw baanbrekende ideeën over het belang van onderwijs voor iedereen en zijn aanpak van `levensecht', aanschouwelijk onderwijs. In De School Anno werd eerder, zelfs al enkele malen, aandacht besteed aan Heinrich Pestalozzi (1746-1827). Hij is een groot icoon van de negentiende-eeuwse onderwijsvernieuwers.

In deze bijdrage wordt de aandacht gevestigd op enkele land-, tijd- en vakgenoten van Pestalozzi, die zich met vergelijkbare inzet en passie hebben ingezet voor de arme Zwitserse jongens en meisjes, die toentertijd nog van elke vorm van onderwijs verstoken bleven. Philipp Emanuel von Fellenberg, Marie-Anne Calame en Stefano Franscini behoren tot de Zwitserse onderwijspioniers die wat betreft intenties en toewijding een vergelijking met Pestalozzi glansrijk kunnen doorstaan. Op het vlak van internationale faam vallen ze echter bij hem in het niet. Naar het zich laat aanzien zijn het toch vooral de publicaties van Pestalozzi voor breed publiek, die hem tot op vandaag onsterfelijk hebben gemaakt. Dit artikel haalt het zojuist genoemd Zwitserse trio even uit de schaduw van hun illustere tijdgenoot.

 Pestalozzi en zijn omzwervingen

Binnen zijn landsgrenzen kent Zwitserland ook nog fondue- en spaghettigrenzen. Door het passeren van deze `voedingsgrenzen' bereikt men vanuit Duits-Zwitserland ('die Deutschschweiz') het Franssprekende deel ('die Romandie' of `Welschschweiz') en het Italiaanssprekende deel ('die Sudschweiz'). In met name het Duitse en Franse deel zijn nog concrete sporen van Pestalozzi te vinden in het Pestalozzianum. Dit is een onderwijskundig adviescentrum en een centrum ter ondersteuning van het wetenschappelijke Pestalozzi-onderzoek, met een hoofdvestiging in het Duitstalige Zurich en een dependance in het Franstalige Yverdon.

Pestalozzi is ooit zijn weg gegaan langs Duits- en Franssprekende plaatsen. Hij groeide op in Zurich waar hij ook theologie heeft gestudeerd. Zijn eerste pedagogische onderneming was in de Neuhof te Birr, een plaatsje in de directe omgeving van Zurich. Jaren later leidde hij een tehuis voor oorlogswezen in Stans, niet ver gelegen van de grote stad Luzem. Zijn eerste grote onderwijsvernieuwingsexperiment voerde hij uit in Schloss Burgdorf, dat in de buurt lag van Bern. Daarna vertrok hij naar het Franssprekende deel, naar Chateau d'Yverdon, vlakbij Neuchátel. Door deze grensoverschrijdingen bleef zijn invloed op het Zwitserse onderwijs niet beperkt tot één regio maar strekte zich uit over delen van Duits- en Frans-Zwitserland. Zowel in Burgdorf als in Yverdon kwamen bovendien regelmatig buitenlandse gasten op bezoek om kennis te nemen van zijn onderwijsmethode. Als Pestalozzi honkvaster was geweest dan had dat zeker de verspreiding van zijn gedachten belemmerd, want de bergketens verhinderden informatie uitwisseling tussen de inwoners van de verschillende kantons. De ontsluiting van de vele geďsoleerde gebieden in Zwitserland dateert van later en is pas in de vorige eeuw grotendeels gerealiseerd. Er bestaan vanouds grote verschillen tussen de diverse kantons. Tot voor kort was zelfs een onderwijsbevoegdheid slechts geldig in het kanton waar de bevoegdheid was verkregen. Uniformering van het schoolsysteem in Zwitserland is pas van zeer recente datum.

 Onderwijsvernieuwers in Zwitserland.

Zonder afbreuk te doen aan de enorme betekenis van Heinrich Pestalozzi voor de onderwijsvernieuwing en de ontwikkeling van de pedagogiek in het algemeen, heeft historisch onderzoek recentelijk aan het licht gebracht dat er ongeveer gelijktijdig en soms in dezelfde omgeving nog meer van dergelijke onderwijsvernieuwers actief waren die zich eveneens hebben ingezet voor volksonderwijs. Zij hadden nauwelijks contact met Pestalozzi op één uitzondering na. Daaruit is zelfs een vorm van samenwerking gegroeid. Dat was in 1804 toen Pestalozzi gedwongen was om Slot Burgdorf te verlaten om plaats te maken voor militairen die moesten worden ingekwartierd.

Pestalozzi is toen met zijn hele instituut verhuisd naar een leegstaand klooster in Munchenbuchsee waar in de directe omgeving een ander opvoedingsinstituut was gevestigd onder leiding van Philipp Emanuel von Fellenberg (1771-1844). De contacten over en weer waren goed en de instituten werden zelfs samengevoegd. Fellenberg was de manager met financiële en organisatorische taken en Pestalozzi kreeg de pedagogische leiding. Maar al vrij snel kwamen ze met elkaar in conflict over het toelatingsbeleid. Pestalozzi wilde kinderen uit armre milieus gratis opnemen en Fellenberg verzette zich daartegen. Pestalozzi is toen met drie medewerkers vertrokken naar Frans-Zwitserland waar hij met steun van kanton Vaud een nieuw instituut kon beginnen in Slot Yverdon. Tegelijkertijd waren er ook andere pedagogen actief met wie Pestalozzi geen contact had. Het waren heldhaftige figuren die zich eveneens het schrijnende lot van achterstandskinderen aantrokken. In het Franssprekende deel pionierde behalve Pestalozzi ook zijn vrouwelijke evenbeeld: Marie-Anne Calame en in het Italiaanssprekende deel vervulde Stefano Franscini een voortrekkersrol.

 Calame

Marie-Anne Calame (1775-1834) heeft in Le Locle, op ongeveer veertig kilometer afstand van Yverdon, een kinderhuis geleid dat wel dertig jaar bestaan heeft en waar honderden kinderen zijn grootgebracht. Geld voor dat kinderhuis verdiende ze met haar tekenlessen op een beroepsschool voor de plaatselijke uurwerkindustrie waar kinderen uit welgestelde milieus werden opgeleid. Calame verzorgde lessen in miniatuurtekenen en emailleren. Aanvankelijk richtte zij haar aandacht vooral op meisjesopvoeding. Zij startte met een weeshuis voor meisjes, `Les Billodes'. Later kwam daar een weeshuis voor jongens bij en nog weer later werd het een weeshuis voor jongens čn meisjes.

Zij was ongetwijfeld in menselijk opzicht bewogen door het lot van de vele arme en kansloze kinderen. Daarnaast spelen praktisch godsdienstige motieven als naastenliefde en zorg voor weduwen en wezen een belangrijke rol. In haar methode van werken zijn elementen die doen denken aan Pestalozzi's methode. Zo combineerde zij eveneens werk en opvoeding. De kinderen werden verzorgd en opgevoed, kregen onderwijs en werkten aan bepaalde producten die verkocht werden. De meisjes leerden om die reden kantklossen. De opbrengst kwam ten goede aan het kinderhuis. Voor het onderwijs maakte ze gebruik van de Lancaster-methode waarbij de oudere leerlingen assisteren bij het onderwijs aan de jongere leerlingen. Calame was minder dan Pestalozzi gericht op de ontwikkeling van bepaalde pedagogische of onderwijskundige methoden. Zij heeft ook niet over haar werk gepubliceerd. Vanwege haar daadkracht stond zij in haar omgeving bekend als de `kleine Napoleon'.

Franscini

In het Italiaanssprekende Zwitserland was eveneens een op Pestalozzi gelijkende figuur werkzaam: Stefano Franscini (1796-1857). Net als Pestalozzi streefde hij naar een rechtvaardige samenleving en trok zich het lot aan van de vele kinderen die verstoken waren van onderwijs. Een situatie waar de toenmalige bestuurders overigens belang bij hadden en die zij graag wilden handhaven. Het is voor machthebbers nu eenmaal gemakkelijker om ongeletterde arbeiders te onderdrukken dan goed opgeleide krachten. Er is geen vrijheid mogelijk zonder goed onderwijs, was de leuze van Franscini. Daarin verwees hij naar het vrijheidsideaal uit de Franse Revolutie (liberté, égalité et fratemité). De ondergeschikte positie van meisjes had eveneens zijn aandacht. In 1827 stichtte hij een meisjesschool die geleid zou worden door zijn vrouw Teresa en zijn Milanese schoonzuster Marta Massari. Voor het onderwijs schreef hij een Italiaanse grammatica, een leerboek dat daarna decennialang is gebruikt op scholen in Ticino en Lombardije.

 Franscini heeft geen onderwijskundige werken nagelaten maar wel een ander belangwekkend boek: Statistik der Schweiz dat een schat aan informatie bevat op uiteenlopende gebieden als demografie, economie, handnijverheid, landbouw, handel, wetgeving en gezondheid. Zijn pleidooien voor sociale hervormingen zette hij kracht bij met statistische analyses. Dat gaf hem bekendheid en bracht hem zelfs in het Zwitserse parlement. In 1848 werd hij minister. Voor de ontwikkeling van het vanouds arme kanton Ticino vervulde hij zo een belangrijke rol. In tegenstelling tot vele andere grote pedagogen, zoals Rousseau, liet hij zijn eigen tien kinderen goed verzorgd en vooral goed opgeleid achter. Er zijn geen aanwijzingen dat äk de reden waarom zij zo volledig in de schaduw van Pestalozzi zijn gebleven. Van Calame is alleen een brievenverzameling bewaard gebleven en van Franscini zijn ook geen onderwijskundige werken bekend. Pestalozzi heeft echter zijn gehele leven veel geschreven en hij zette zich enorm in om zijn geschriften gepubliceerd te krijgen. Hij was ook niet bepaald iemand die in stilte werkte. Hij ageerde tegen allerlei sociale misstanden in zijn tijd. Ook kende hij veel invloedrijke figuren en daarvan maakte hij daar voor de verwezenlijking van zijn pedagogische idealen gebruik. Dat ging dan om geldelijke ondersteuning of om toestemming voor (weer) een nieuwe pedagogische onderneming. Calame was vooral geďnspireerd door haar piëtistische levens-overtuiging. Het Piëtisme, een zeventiendeeeuwse religieuze stroming, ging uit van een sterk subjectieve beleving van het geloof en was gericht op het praktiseren van Christelijke naastenliefde. Pestalozzi had ook wel religieuze motieven maar was in de eerste plaats een maatschappijkritisch sociaal- en onderwijspedagoog. Franscini op zijn beurt was sociaal geëngageerd en politiek beďnvloed door de denkbeelden van de Franse Revolutie.

 Historisch-pedagogische waarde?

In het Zwitserland van Pestalozzi zijn behalve Calame en Franscini ongetwijfeld nog andere onderwijsvernieuwers met dezelfde bezieling actief geweest. Worden de pedagogische experimenten en de vele pedagogische verhandelingen van Pestalozzi daardoor minder relevant? Uiteraard niet, de ontstaansgeschiedenis van zijn werk wordt er alleen maar meer door verduidelijkt. `Grote denkers' blijken niet altijd uniek te zijn. Op vergelijkbare wijze geldt dat voor Rousseau door wie Pestalozzi zo sterk was geďnspireerd. De Emile van Rousseau uit 1762 is vaak ten onrechte beschouwd als een absoluut beginpunt van de moderne pedagogiek. Een pedagogiek die onder meer aandacht vroeg voor de kinderlijke levensfase, het eigen recht van het kind tegenover de maatschappij, de rol van de volwassene als advocaat van het kind en het belang van de natuurlijke ontwikkeling in de opvoeding. Recent onderzoek wijst echter uit dat Rousseau bij zijn gedachteontwikkelingen aansloot bij pedagogische discussies uit zijn tijd. Hij was dus niet helemaal origineel. Dat neemt niet weg dat zijn denken van grote betekenis is geweest voor de verdere ontwikkeling van het denken over opvoeding en onderwijs. Bij Pestalozzi was het niet anders.

 Literatuur:

Cesch, R., Stefano Franscini - La vita e l 'opera, un 'antologia
Stern-Griesser, R. (1997), `Stefano Franscini: der Pestalozzi des Ticinos'. In: Leben und Glauben, nr. 1, 24-25
Thoomes, D.Th. (1996), Marie-Anne Calame: de Pestalozzi van Le Locle.
In: De School Anno, 14 nr. 3, 11-13
Pestalozzi, J.H. (1996), Neuhofgeschriften. Ingeleid en van commentaar voorzien door Daan Thoomes, Kampen
Tröhler, D. (2002), `Reformpädagogik' vor Rousseau? In: Zeitschrift für pädagogische Historiographie, 8. nr. 1, 16-19 

Noot: In Zürich is het Institut für Historische Buldungsforschung Pestalozzianum (IHBf) momenteel gevestigd aan de Pädagogische Hochschule (PHZH) en in Yverdon bestaat het Centre de documentation et de recherche Pestalozzi (zie: http://ihbf.phzh.ch/)

Zakelijke info