Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

210203 De succesformule van 125 jaar Bosatlas door S.Boef

Als Nederlanders gevraagd wordt welke atlas ze kennen, noemt 95% de Bosatlas. De Bosatlas is er dan ook al sinds 1877. De naam van de eerste maker, Pieter Roelof Bos (1847-1902), is vereeuwigd in een ijzersterk onderdeel van het Nederlands cultureel erfgoed, een basisvoorziening voor het onderwijs, en nog steeds een succesvol product van de Groningse uitgever Wolters/ Noordhoff.

Natuurlijk is er in 125 jaar wel wat veranderd. De papieren atlassen hebben gezelschap gekregen van de Bosatlas-online en van een CD-ROM met zoekmachine. De eerste atlas telde 56 kaartpagina's, de laatste 208. In 1877 was de prijs 50 cent, en nu € 55. Wat veranderde er nog meer, en wat is de verklaring voor het blijvend succes?

Wie onze algemene ledenvergadering op 12 april jl. bezocht heeft hier meer over kunnen horen en zien. Drs. J. Russchen, hoofd cartografie van Wolters/Noordhoff, vertelde over wat hij de "conceptuele evolutie" van de Bos atlas noemde, geïllustreerd met schema's en grafieken. Tijs van Ruiten, waarnemend directeur van het Onderwijsmuseum, had uit de eigen collectie een bijpassende tentoonstelling van Bosatlassen uit diverse perioden verzorgd.

Russchen schetste het beeld van een goede atlas als een spiegel van de maatschappij. Dat de Bosatlas als product een succes is en zich weet te handhaven komt door een mengsel van maatschappelijke behoeften plus externe en interne factoren. Rond 1877 was de tijd rijp voor een goede atlas voor een breed publiek. Er was veel belangstelling voor de wereld buiten de directe gezichtskring. Het was de tijd van de grote ontdekkingsreizen, van de succesvolle boeken van Jules Verne, en van tijdschriften als "De aarde en haar volken". De uitbouw van het kolonialisme en de daaraan gekoppelde bestuurlijke en handelsbelangen zorgden voor een praktische noodzaak. Die maatschappelijke belangstelling kreeg een vertaling in de onderwijswetgeving: aardrijkskunde werd als verplicht vak ingevoerd op het nieuwe schooltype dat door Thorbeckes wet (1863) is ingevoerd, de HBS. Daar hoorden leraren bij, lerarenopleidingen en leermiddelen. Pieter Roelof Bos was aardrijkskundeleraar op de Rijks-HBS in Groningen, en de Groningse uitgever J.B. Wolters, vroeg hem om een leerboek en een atlas te verzorgen. Vanuit Groningen begon de victorie.

In de volgende 125 jaar is de maatschappij ingewikkelder geworden, en daarmee ook de atlas. De schoolaardrijkskunde ging andere eisen stellen. Russchen onderscheidde in deze externe factoren drie perioden:

1. 1877-1920. De geografie van de beschrijvende "Landerkunde", met sterke nadruk op de fysische geografie. Plaatsen en streken werden beschreven in de traditie van de reisjournalen. Van Nederlanders en Europeanen werd een positief beeld geschetst, vaak verklaard door bodem en klimaat, zoals de strijd tegen het water. Landen die daar ver vandaan liggen hadden het slechter getroffen: de barbaarsheid kon daar, zo voorspelde men, eeuwenlang blijven bestaan.

2. 1920-1960. De tijd van de grote ontdekkingsreizen is voorbij. Er komt nu meer aandacht voor het detailwerk, de feiten en weetjes. De redacteuren van de Bosatlas klagen dat 'de aardrijkskunde is verworden tot een pakhuis van geografische nietigheden.' De economische geografie komt op, maar blijft steken in de verspreiding van producten en goederen.

3. 1960-heden. Onder invloed van verontrustende nota's van o.m. planologen komt er in de schoolaardrijkskunde structurele aandacht voor ruimtelijke problemen als bevolkingsgroei, infrastructuur, ruimtelijke ordening en de multiculturele samenleving.

De Bosatlas verandert mee. Waren de eerste kaarten vooral orohydrografisch (hoogteverschillen en waterlopen), in de tweede periode komen er meer detailkaarten en een enkele thematische kaart, terwijl in de recente tijd de thematische kaarten de hoofdmoot (in 200172%) vormen. Het wordt ook meer een atlas van de aarde als geheel, niet meer van Nederland, Europa en de rest.

Tot het succes van de Bosatlas droeg, volgens Russchen, zeker bij, dat deze zich van het begin af aan onderscheidde door drie kenmerken: grootschalige kaarten, een eenvoudig kaartbeeld en een lage prijs. Daarnaast prees hij de opeenvolgende redacteuren voor hun bereidheid en vermogen tot aanpassing aan de eisen van de tijd en het onderwijs. Met de ontwikkeling van de moderne technologieën heeft een reeks nieuwe producten hun intree gedaan. Naast de papieren atlas zijn er de CD-ROM (met o.a. een zoekmachine voor 600.000 thema/regiorelaties die in de atlas aanwezig zijn, statistische informatie en een module voor het analyen de Bosatlas Online. Trouwens, wie de website www.Bosatlas.nl bezoekt, ontdekt dat er al vier soorten Bosatlassen zijn: de grote, de basis-, de junior en "mijn eerste Bosatlas".

De Bosatlas is als merk in Nederland zo bekend, dat menig wasmiddelenfabrikant er jaloers op zal zijn. Dat bleek een aantal jaren terug, toen in een nieuwe druk de plaatsnamen Hilversum en Bussum verwisseld waren: dit haalde zelfs het achtuurjoumaal van NOS-TV en alle dagbladen. Russchen: als mens mag je fouten maken, als redacteur van de Bosatlas niet.


 

Zakelijke info