Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 

180402. De deuren van Homerus door Anton van Hooff

 “Wat je van geschiedenis leert? Niets, je wordt er alleen wijzer van.”  Deze les houd ik aankomende historici voor als de vraag  opduikt wat je nu eigenlijk aan de studie van het verleden hebt. Kennis van geschiedenis behoedt vooral voor hoogmoed: veel zaken die wij als hoogst modern bejubelen, blijken al eens eerder geprobeerd te zijn. Zo is het principe van realistisch onderwijs al enige malen ontdekt. Het wekt bij studenten en leraren klassieken altijd verrassing als ik hun de Orbis Sensualium Pictus (De wereld van zintuiglijkheden verbeeld) van Johan Komensky (1592-1670) laat zien.

‘Das homerische Schloss’ en ‘Das Öffnen des homerischen Schlosses’, uit Dr. Albert Neuburger, Die Technik des Altertums, Leipzig 19193, p.339.

God in Comenius Orbis Sensualium Pictus

 Ook eigentijdse technieken als het maken van brillen werden door Comenius in zijn Orbis toegelicht. Homerische Doppeltür mit Schloss, tekening van de foto uit het Begleitwort bij Wandtafeln und Modelle zur Veranschaulichung des Lebens der Griechen und Römer, herausgegeben von Professor Dr. R. Gall und Regierungsrat Direktor A. Rebhann, Wenen, 1913, p.54.

 Komensky, bisschop van de Moravische broeders, beter bekend onder zijn verlatijnste naam Comenius, publiceerde in  1658 te  Neurenberg de Orbis in een Latijn-Duitse versie. De complete ondertitel maakt de bedoeling duidelijk:
Die sichtbare Welt
Das ist
Aller vornemsten Welt-Dinge
und Lebens-Verrichtungen
Vorbildung und Benahmung

 Deze ‘pictionary’ voor het onderwijs Latijn is verbluffend vernuftig. Principieel licht Comenius alles in woord en beeld toe. Cijfertjes in de plaatjes verwijzen naar de termen in de Latijnse en de Duitse tekst. Zowel concrete zaken als abstracte begrippen worden verbeeld en verwoord,  zoals de stad, kinderspellen, het legerkamp, het bier brouwen, de schoenmaker, de brillenmaker, natuurlijk de school, maar ook de lijdzaamheid (als christelijke deugd), de ziel,  en het laatste oordeel. Maar alles begint met God, die volmaakt is als een cirkel, waarbinnen de Drie-eenheid als driehoek is ingeschreven. Want Comenius was in de eerste plaats  theoloog, hoewel hij als pedagoog faam heeft gekregen. Hij wilde de jeugd doordringen van Gods prachtige wereldsysteem door uit te gaan van hun zintuiglijke waarnemingen. Zijn didactisch principe is: “Er is niets in het verstand tenzij het  eerder in het zintuig is geweest.” (In intellectu autem nihil est, nisi prius fuerit in sensu, uit het voorwoord van Vestibuli et Januae Linguarum Lucidarium 1653). Comenius’Orbis Pictus is mateloos populair geweest, getuige het aantal van circa 250 uitgaven in vele talen. Nog Goethe herinnerde zich met ontroering dit schoolboek.

 Aanschouwelijk onderwijs

 Hoe komt het toch dat de meesters Pennewip de gezonde principes van hun voorgangers vergeten? Heeft het te maken met de disciplinering die het onderwijs (als onderdeel van de hele maatschappij) in de negentiende eeuw ondergaat? Pas tegen het einde van die eeuw ontdekten voortrekkers opnieuw het beginsel van concretisering. De ‘eisch van aanschouwelijkheid’ (Storck, 1982) leidde tot de productie van schoolplaten, met als climax de didactische kunstwerken van Isings.

 Schoolplaten werden niet alleen voor het lager onderwijs gemaakt. Ook het gymnasium, een Duitse innovatie van de negentiende eeuw, schaamde zich niet voor het concreet maken van het verleden. Het Schoolmuseum bezit (Duitse) wandplaten over de kleding van Grieken en Romeinen, zoals ik vele jaren geleden – toen de collectie zich nog in Zoetermeer bevond - tot mijn verrassing vaststelde. Bij dat bezoek vroeg Ter Linden, toen nog conservator,  mij of ik hem kon helpen een geheimzinnig object te identificeren, de ‘Homerische Thür’. Het was een eigenaardig geval dat hij mij toonde. Op een voetstuk van 39 x 12 cm is in een muurtje een deur gevat. De deur scharniert. Op de deur zit een leeuwenkopje met een ring in de bek. Verder is er een rond gat in het deurpaneel. Wat was de zin van dit model?

 Navraag bij de bij de firma die op het voetstuk staat vermeld, Diesterweg, leverde niets op. De uitgeverij was in 1944 ‘ausgebombt’ en had daarbij haar hele archief verloren. Uit een bewaard gebleven catalogus uit 1937 kon nog wel worden opgemaakt dat het voorwerp deel uitmaakte van de serie Modelle zur Veranschaulichung antiken Lebens für den höheren Schulen door Professor Dr. Wilhelm Hensell. Tot de reeks behoorden ook een Romeinse belegeringstoren, een Grieks huis, een spinapparaat, een ram en andere Romeinse belegeringswerktuigen. Van deze modellen kon men zich makkelijk voorstellen dat ze een aanschouwelijke functie hadden in het onderwijs, maar een deur van Homeros ….?

 Toen Ter Linden mij het voorwerp toonde, begon er bij mij iets te dagen. Thuisgekomen sloeg ik Mehlers Woordenboek op de gedichten van Homèros open bij ‘deur’ en aanverwante woorden. Mijn geheugen had mij niet bedrogen. Kennelijk was men in de wereld van Homeros verwonderd over de vernuftige deurvergrendeling die was ontwikkeld. De dichter vond het de moeite waard te beschrijven hoe Odysseus’ trouwe gade Penelope met een sleutel via een gat in de deur de grendel aan de binnenzijde verschoof, zodat ze de schatkamer kon binnengaan: ‘Toen de godin van de vrouwen de achterkamer bereikt had, en zij de eikhouten drempel daarvan overschreed, die een vakman eertijds met vaardige hand had geschaafd en gericht met het paslood, daarop de posten geplaatst en de glanzende deuren gehangen, nam zij vervolgens de riem en haalde die af van de deurhaak, paste de sleutel erin en, er daarbij kracht achter zettend, stootte de grendels terug. Als het loeiend geluid van een stier die graast in de wei, zo luidruchtig kraakten de prachtige deuren onder de klap van de grendel en zwaaiden terstond voor haar open.’ (De Roy van Zuydewijn, 2000, boek 21, regel 42-50).

 Het geheim van de deur

 Het model van de Homerische deur is kennelijk vervaardigd om deze duistere passage voor leerlingen begrijpelijk te maken. Deze opheldering is wel nodig. Het is heel moeilijk de werking van de deurafsluiting onder woorden te brengen. Eerst maakt men een riem los die aan een ring aan de buitenzijde is bevestigd – die in de leeuwenbek van ons model nog zit. Die riem loopt door de deur naar de grendel aan de binnenzijde. Die grendel heeft aan de bovenkant uitsteeksels. Als de grendel eenmaal losgeknoopt is, moet men een speciale haak door een gat in de deur steken en door goed mikken zo’n ribbel te pakken krijgen. Zo schuift men dan de grendel weg. Door de handelingen aan een model te illustreren bereikt de leraar Grieks, die het waarschijnlijk zelf allemaal best moeilijk vindt, snel begrip bij zijn leerlingen. Indertijd heeft Ter Linden in De School Anno (november 1983) bericht van het kraken van het geheim van de ‘Homerische Thür’. De zeer oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat er bij Homeros sprake is van ‘deuren’, dat wil zeggen deurvleugels. Bijna altijd gaat het bij Homeros om deze dubbele deur. Het model van het Nationaal Schoolmuseum heeft echter maar één paneel.

 Laat ik nu onlangs ontdekken dat er ook een model van de dubbele Homerische deur heeft bestaan! Een collega stuurde mij wat overtollige boeken uit de schoolbibliotheek. Daaronder bevond zich de brochure Wandtafeln und Modelle zur Veranschaulichung des Lebens der Griechen und Römer uitgegeven te Wenen in 1913. De beschreven modellen uit de Homerische tijd zijn: de strijdwagen, het weefgetouw en de ‘Homerische Doppeltür mit Schloss’.  De (povere) foto laat een model zien dat zich goed laat vergelijken met de enkelvoudige deur die in het bezit is van het museum. Het jaartal 1913 voor het Oostenrijkse object brengt ons dichter bij de ‘Jahrhundertwende’, toen de spelling Tür de schrijfwijze Thür verdrong, die op het etiket van het model in het museum wordt gebruikt.

 Het was een periode die gevoelig was voor realistisch onderwijs. De modellen die aan de ‘eisch van aanschouwelijkheid’ tegemoet kwamen, konden worden gemaakt op grond van de grote vorderingen die de Duitse Altertumswissenschaft in de negentiende eeuw maakte. Het is de tijd van de grote opgravingen, zoals in Pompeii, Mycene, Troje, Delfi en Olympia. Voor het eerst kreeg men een concreet beeld van het leven in de oudheid. De vergrote kennis van de antieke ‘Sittengeschichte’ heeft geresulteerd in talrijke boeken over de  techniek en het dagelijks leven van Grieken en Romeinen.  De modellen van de Homerische deur bewijzen dat deze golf ook het gymnasiale onderwijs bereikte.

Zo maant kennis van de onderwijsgeschiedenis ons weer eens tot bescheidenheid als we met ‘realistisch onderwijs’ hoogst modern bezig denken te zijn.

 Literatuur:

 H.J de Roy van Zuydewijn (2000), Homerus Odyssee. De terugkeer van Odysseus. Amsterdam: Arbeiderspers Elise Storck (1982), ‘De eisch van aanschouwelijkheid’; schoolplaten en de didactiek van het geschiedenisonderwijs 1880-1920. In: De geschiedenis gekleurd, Utrecht/ Assen, Centraal Museum/ Drents Museum, pp. 87-101.

Zakelijke info