Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


180303. Schoolmusea en de geschiedenis van opvoeding en onderwijs via de electronische snelweg door Hans de Frankrijker, 2000 nr. 3

 In dit nummer van De School Anno bekijken we hoe schoolmusea op eigentijdse wijze aansluiting zoeken bij het internet, een van de toch wel opzienbarende ontwikkelingen op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie (ICT). Het internet is inmiddels een supersnelle weg waarover wereldwijd grote hoeveelheden tekst en beelden van steeds betere kwaliteit digitaal vervoerd worden in alle richtingen. In Nederland beschikt naar schatting ondertussen meer dan de helft van de huishoudens over een aansluiting op het internet. Hoogste tijd om eens te laten zien hoe waardevol dit medium van de toekomst nu al is voor schoolmusea en voor de bestudering van de geschiedenis van opvoeding en onderwijs.

 Voor het gemak ga ik er van uit dat in ieder geval ook meer dan de helft van onze lezers over de mogelijkheid beschikt de digitale snelweg te betreden. Wie deze weg van huis uit nog niet kan bewandelen, verwijs ik naar openbaar toegankelijke internetvoorzieningen in bibliotheken, internetcafe's en dergelijke.

 Allereerst nodig ik u uit, hoe kan het ook anders, voor een elektronisch bezoek aan de prachtig uitziende, pas geheel vernieuwde website van het Nationaal Schoolmuseum te Rotterdam.

Ga naar website adres: http://www.schoolmuseum.nl en u leest "Welkom bij het Nationaal Schoolmuseum". Wanneer u vervolgens klikt op "Hoofdmenu" kan gekozen worden voor informatie over: Het Museum, Tentoonstellingen, de Collectie, Educatie (met informatie over rondleidingen voor kinderen, scholen, lesmaterialen en docenteninformatie), Vrienden (over onze Vereniging en natuurlijk over De School Anno), Kids (met een vragentest en museummateriaal voor een werkstuk of spreekbeurt) en Links (verwijzing naar enkele andere interessante website adressen voor wie andere schoolmusea in Europa digitaal wil bezoeken of meer wil weten over onderwijsgeschiedenis in het algemeen).

 Het aantal website-adressen van schoolmusea en op het gebied van de geschiedenis van opvoeding en onderwijs groeit dagelijks aan. Overigens vallen er ook dagelijks website-adressen weg of zijn in bewerking ('under reconstruction') Ik beperk me hier verder tot de vermelding van 3 adressen, die ik van harte aanbeveel voor een bezoek.

 Het eerste adres is: http://www.xs4all.nl/~remery/index.htm  en biedt onder andere specifieke informatie over het onderwijzersgeslacht Remery en daarnaast uitgebreide en meer algemene gegevens over de wetgeving, scholen, schoolboeken en schoolmeesters in de 19e eeuw. Daarnaast is een initiatief gaande, onder de titel "De Griffel", om te komen tot een Meldpunt voor lokale en regionale onderwijsgeschiedenis. 

 De naar mijn mening beste en meest uitgebreide website in Nederland (in Engelstalige versie) op het gebied van de geschiedenis van onderwijs en opvoeding is opgezet door H. van Setten, medewerker van de Afdeling Algemene Pedagogiek van de Katholiekeke Universiteit Nijmegen. Het adres van deze site is: http://www.socsci.kun.nl/ped/whp/histeduc/ 

 Dat de ontwikkelingen op internetgebied snel lopen valt onder andere te constateren aan de hand van het in 1999 verschenen boekje Museum en Onderwijs (Leuven/Apeldoorn: Garant) onder redactie van de Initiatiefgroep Musea en Onderwijs & Frans Smolders. De mogelijkheden van virtueel museumbezoek worden daarin niet of nauwelijks besproken. Wel vinden we achterin enkele website-adressen van musea. Het neemt overigens niet weg dat een aantal interessante idee‰n en concrete aanwijzingen wordt gegeven voor het organiseren door scholen van een zinvol bezoek aan musea. Je vindt er goede suggesties om te voorkomen dat musea als een nieuw type 'pretpark' gebruikt gaan worden.

 De ontwikkelingen met internet gaan snel…, zeer snel… ook voor schoolmusea. Er is al veel mogelijk en er komen op korte termijn nog vele technische toepassingsmogelijkheden bij.

Het stelt schoolmusea voor nieuwe uitdagende mogelijkheden, die naar mijn idee aangegrepen en uitgeprobeerd dienen te worden. Het zou me teleurstellen wanneer de schoolmusea er uiteindelijk niet in slagen er iets beters van te maken dan een museaal digitaal pretpark. Eerlijk gezegd hoop en verwacht ik eigenlijk iets meer en beter, maar ach… we staan pas aan het begin van deze nieuwe digitale toepassingsmogelijkheden. Hoe zijn schoolmusea op dit moment eigenlijk aanwezig op de digitale snelweg?

 Het is werkelijk interessant om kennis te nemen van de school- en onderwijsmusea op internet, oftewel op het World Wide Web (WWW). De redactie van De School Anno vroeg kortgeleden een expert een actuele verkenning te doen uitvoeren naar schoolmusea op internet. Karl Cat-teeuw van de Katholieke Universiteit Leuven ( http://michotte.psy.kuleuven.ac. doet in dit nummer hiervan flitsend verslag. 

Overigens hou ik me aanbevolen voor nieuwe interessante adressen op het gebied van schoolmusea of over de geschiedenis van opvoeding en onderwijs! Wie suggesties heeft verzoek ik mij dat te mailen (frankrij@fsw.leidenuniv.nl). Bij voldoende 'aanwas' van nieuwe adressen zullen deze in De School Anno worden vermeld!

Zakelijke info