Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


Johann Heinrich Pestalozzi (1746 – 1827): armenopvoeder en onderwijsvernieuwer. Daan Thoomes, 1996 nr. 1

 Inleiding

Wanneer men in Zwitserland zegt: ‘Ich bin nicht der Pestalozzi!’, bedoelt men: ik ben niet zo dwaas dat ik zomaar aan iedereen uitdeel of me van alles laat afnemen. ‘Al te goed is buurmans gek’ in alledaags Nederlands. Over Pestalozzi s onverstandige goedheid bestaan verschillende anekdotes. Eén daarvan gaat als volgt. Toen Pestalozzi op zijn boederij de Neuhof zo’n twintig bedelkinderen onderdak had verschaft, raakte hij in financiële problemen en moest hij regelmatig van een rijke vriend geld lenen. Zijn vriend leende hem een keer f 500,- maar vroeg hem wel er zuinig mee om te gaan. Pestalozzi beloofde dat. Reeds na een uur kwam hij weer terug om met neergeslagen ogen opnieuw f 500,- te vragen. De verbouwereerde vriend wilde nu echter eerst precies horen wat er was gebeurd. Daarbij kwam aan het licht dat Pestalozzi onderweg een boer was tegengekomen wiens huis was afgebrand waardoor hij alles kwijt was geraakt. Op de vraag van Pestalozzi hoeveel hij nodig had om opnieuw te kunnen beginnen, had deze geantwoord: f 500,-. Pestalozzi had daarin een vingerwijzing Gods gezien en vertrouwde de man het geld toe dat hij even tevoren van zijn vriend had geleend. Pestalozzi wist niet hoe de getroffen boer heette: ‘Dat heb ik werkelijk vergeten te vragen, maar ik kan zweren dat het een eerlijke man is, dat kon ik echt aan hem zien’. De door rampspoed getroffen boer werd na lang zoeken opgespoord en inderdaad: het was een eerlijke man die de waarheid had gesproken. Toen men hem naar de naam van zijn weldoener vroeg, antwoordde hij: ‘Ik heb het hem niet gevraagd. Het was een wild uitziende man met een lelijk gezicht, maar een doodgoed mens, dat kon ik beslist aan zijn uiterlijk zien!’. Zijn vriend moest er desondanks hartelijk om lachen en beloofde Pestalozzi het grote bedrag van f 500,- nogmaals te lenen. Het leek hem echter verstandiger om zelf het bedrag aan Pestalozzi’s schuldeisers ter hand te stellen.

Wat er ook van waar zij, deze verhalen geven een eenzijdig beeld van Pestalozzi. Hij had weliswaar veel over voor de armen – hij leefde als armenopvoeder zelfs enige tijd als ‘arme onder de armen’ – maar hij had tegelijkertijd óók uitgesproken opvattingen over de wijze waarop armenopvoeding het beste gestalte kon krijgen. Zo was hij fel gekant tegen hulpverlening die te veel bleef steken in het bewijzen van liefdadigheid en te weinig aandacht schonk aan opvoeding en voorbereiding op het latere leven van de pupillen. Daarom pleitte Pestalozzi  voor een combinatie van opvoeding, verzorging en beroepsopleiding. Voor die beroepsopleiding baseerde hij zich op de realiteit in zijn omgeving op het Zwitserse platteland aan het eind van achttiende eeuw. In die situatie lag het voor de hand dat arme kinderen later de kost zouden verdienen in de opkomende huisindustrie. Daarnaast was het van wezenlijk belang om op een klein stukje grond zo effectief en gevarieerd mogelijk groenten te kunnen verbouwen. Het was eenvoudig niet realistisch te veronderstellen dat deze kinderen ooit zelf boerderijen zouden kunnen verwerven. Op deze manier konden ze zich later toch handhaven. Pestalozzi huldigde de algemene stelregel dat de degene die zich bezighoudt met armenopvoeding allereerst goed op de hoogte moet zijn van de leefsituatie van de armen om daar vervolgens in de opvoeding zo veel mogelijk rekening mee te houden. Het pedagogische beginsel dat daarin schuilt is: kinderen helpen om op eigen benen te staan (‘Hilfe zur Selbsthilfe’).

Iets over zijn levensloop

Toen Pestalozzi zich op 27-jarige leeftijd over twintig zwerfkinderen ontfermde op zijn boerderij, had hij een wat ongewone carrière achter de rug. Hij was opgegroeid in Zürich waar hij theologie en filosofie had gestudeerd. Tijdens zijn studie was hij in aanraking gekomen met het zogenaamde Verlichtingsdenken en in het bijzonder met de denkbeelden van de Franse filosoof en cultuurcriticus Jean-Jacques Rousseau (1712-1778). In een studentendispuut rond de docent Bodmer had hij zich intensief beziggehouden met de vraag naar een rechtvaardige samenleving. Hij wond zich op over de onderdrukking van de plattelandsbevolking door de stedelijke aristocratie en hij was vast besloten om zelf iets te gaan doen aan de bestrijding van het armoedeprobleem.

            Door de visie van Rousseau –  waarin de ontaarde cultuur werd verworpen en geloof werd gehecht aan de weg der natuur – werden de kritische studenten geïnspireerd om naar buiten te trekken en samen met de boeren op het land te gaan werken. Pestalozzi nam dit zelfs zo serieus dat hij zijn studie voortijdig beëindigde en zich liet omscholen tot boer. Ondanks zijn grote enthousiasme voor het ‘pure’ boerenbestaan, werd deze onderneming een fiasco. Hij wist echter van de nood een deugd te maken. Het was hem namelijk opgevallen hoeveel weeskinderen in die tijd bij boeren waren ondergebracht en hoe erbarmelijk hun bestaan vaak was. Zo vatte hij het plan op om op zijn boerderij, de Neuhof, wezen en zwerfkinderen op te nemen om te verzorgen, op te voeden en te laten meewerken. Op deze wijze ontstond zijn ‘armen-opvoedingsinstituut’.

            Dit ‘Neuhof-experiment’ heeft ongeveer zes jaar geduurd. Aan het eind van die periode – in 1780 – was Pestalozzi genoodzaakt zijn onderneming te staken om financiële redenen en omdat bleek dat het niet goed mogelijk was om de kinderen voor langere tijd aan het huis te binden. Daarna volgde een periode van achttien jaar waarin hij een aantal los-vaste baantjes had en zich niet praktisch kon bezighouden met opvoedingszaken. Daarentegen presteerde hij het om in deze periode zestig werken te schrijven waaronder zijn beroemd geworden volksroman Lienhard und Gertrud en zijn filosofisch-antropologische hoofdwerk Meine Nachforschungen.

            In 1799 kreeg Pestalozzi voor het eerst weer de gelegenheid om leiding te geven aan een kinderhuis. Dat was in Stans waar hij een klein jaar een tehuis voor oorlogswezen heeft geleid. Uit deze periode stamt zijn bekend geworden Stanser Brief. Vervolgens heeft Pestalozzi leiding gegeven aan opvoedings- en onderwijsinstellingen in Burgdorf (gedurende vier jaar) en tenslotte de langste tijd in Yverdon (gedurende zestien jaar, tot 1825). In deze beide instellingen heeft vooral zijn onderwijsvernieuwingsideeën in praktijk gebracht. Daarover valt te lezen in Wie Gertrud ihre Kinder lehrt. Beide scholen waren destijds zeer beroemd en trokken belangstelling van politici en geleerden uit geheel Europa.

Pestalozzi als onderwijsvernieuwer

Als armenopvoeder had Pestalozzi eveneens steeds oog gehad voor het onderwijs aan zijn pupillen. Dat dateerde al uit de vroege Neuhof-periode, al stond daar de beroepsvoorbereiding centraal. Op latere leeftijd profileerde hij zich nadrukkelijker als onderwijsvernieuwer. Daarvoor baseerde hij zich op eerder geformuleerde antropologische uitgangspunten. Zo heeft hij Pestalozzi zijn gehele leven gepleit voor een natuurlijke opvoeding. De natuur is uiteindelijk de beste leermeesteres. Dat betekent niet dat de opvoeder zich te allen tijde moet onthouden van inmenging (de zogenaamde negatieve opvoeding), echter wel dat de opvoeder moet beseffen dat elke opvoedingshandeling een ingrijpen betekent in een natuurlijk ontwikkelingsproces. De natuur levert de basisvoorwaarden voor het menselijk bestaan en de mens heeft als opgave gekregen om zichzelf te voltooien. De mens is zodoende niet alleen maar het resultaat van een natuurlijk rijpingsproces, maar een wezen dat zijn eigen identiteit heeft gevormd op grond van de natuurlijke voorwaarden (‘Werk seiner selbst’).

            De noodzaak tot opvoeding berust op een spanning tussen datgene wat ‘natuurlijk’ gegeven is enerzijds, en wat men zich ten doel stelt anderzijds. In het kiezen van deze doelen is de mens niet volledig vrij, maar kan hij zijn keuze bepalen uit een arsenaal van mogelijkheden die ontleend zijn aan zijn hogere natuur. Daartoe rekent Pestalozzi onder andere het streven naar rechtvaardigheid, het zoeken naar waarheid en het streven naar waarachtigheid. Het gekozen doel ligt zodoende in de natuur zelf (de ‘Naturgemäßheit’). Als schepsel van die hogere natuur heeft ieder mens zijn eigen zin. Deze gedachten paste Pestalozzi rechtstreeks toe in de praktijk van opvoeding en onderwijs. De doelen en middelen moeten uit de natuur worden afgeleid. Zijn opvoedingsmethode had hij dan ook – volgens eigen zeggen – niet zelf bedacht, maar ‘gevonden’ in de natuur.

            De oefening van de natuurlijke vermogens kan het beste geschieden door het leven zelf. Daarnaast heeft de school een belangrijke taak bij dat inoefenen. Al had de bestaande schoolpraktijk vaak zijn ergernis opgewekt. Want de school is een tegennatuurlijke instelling wanneer daar alleen maar wezensvreemde kennis wordt bijgebracht. Zo vormde zijn verontwaardiging daarover de aanzet tot zijn onderwijs-experiment in Burgdorf. Omdat hij zich stoorde aan de heersende schoolpraktijk, ging hij zelf voor de klas staan. De school heeft een belangrijke taak bij het aanleren van vaardigheden en bij het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Niet door straf en dwang, maar door het goede voorbeeld, door liefde in de zin van acceptatie als persoon van de leerlingen, door waardering , aanmoediging en belangstelling.

            De natuurlijke krachten streven ernaar om zich te ontvouwen: het oog wil zien, het oor wil horen, de voet wil lopen, het hart wil geloven en liefhebben, de geest wil denken. Wanneer het onderwijs dit serieus neemt, sluit zij aan bij de natuurlijke streefkracht. Een onderwijsgevende die rekening houdt met dit natuurlijke streven werkt anders dan een onderwijsgevende die de leerlingen van alles tegen hun zin wil aanleren. Een betere (lees: natuurlijke) benadering bestaat in het ontwikkelen van kennis door middel van een onderwijsleergesprek, het luisteren naar wat de leerlingen op dat moment bezighoudt en in het laten werken op hun eigen ontwikkelingsniveau.

            De natuurlijke krachten of natuurlijke vermogens werden door Pestalozzi onderverdeeld in: intellectuele, zedelijke en fysieke krachten. Symbolisch worden deze wel gelijkgesteld met de functies van hoofd, hart en handen. De nadruk op de harmonische ontwikkeling van die functies is in de ideeëngeschiedenis bijna synoniem geworden voor het gehéle denken van Pestalozzi. Daarbij moet echter worden bedacht dat Pestalozzi deze functies ruim opvatte. Zo verstond hij onder de functies van het hoofd: alle intellectuele en geestelijke vermogens (zoals denken, waarneming, geheugen, voorstellingsvermogens). Bij de functies van het hart gaat het niet alleen om de ontwikkeling van het gevoelsleven, maar tevens om zedelijke vermogens als liefhebben, geloven, vertrouwen, het ervaren van zin en dankbaarheid, en het ontwikkelen van het geweten. Daarbij zijn de intellectuele en fysieke vermogens ondergeschikt aan die van het hart. Als consequentie voor het onderwijs, verlangde Pestalozzi daarom dat in het onderwijs het hart wordt aangesproken (‘das Gemüt’). Leren begint bij verwondering en ‘ahnen’ van de Schepper in een sfeer van eerbied en opgewektheid. Dat laatste was misschien wel het belangrijkste directe resultaat dat hij bereikte: de kinderen in zijn klas in Burgdorf gingen met plezier naar school! En dat wekte al direct achterdocht en jaloezie bij zijn collega’s.

            In de meer professioneel ingestelde onderwijsinstituten in Schloß Burgdorf en Château d’Yverdon had Pestalozzi bovendien oog voor buitengewoon onderwijs. Zo was er speciale aandacht voor kinderen met leermoeilijkheden en gedragsproblemen. Zelfs beschikte hij al over een afdeling voor gehoorgestoorde kinderen. Deze voor zijn tijd zeer ongebruikelijke aandacht voor zulke diverse onderwijsproblemen had niet in de laatste plaats te maken met zijn grondhouding van acceptatie. Vandaar dat op schoolgebouwen nog wel eens het volgende citaat van Pestalozzi staat vermeld: ‘Wenn es ein Ding gibt wobei die Liebe nicht fehlen darf, dann ist es die Erziehung des Kindes’.

Verstrekkende invloed

Pestalozzi’s ideeën zijn door verscheidene latere pedagogen overgenomen of verwerkt. Het is vermoedelijk niet overdreven wanneer beweerd wordt dat veel van het gedachtengoed van de onderwijsvernieuwers aan het begin van de twintigste eeuw  gerelateerd is aan het denken van Pestalozzi. In het Duitse taalgebied ziet men hem als dé grondlegger van de pedagogiek.

In Nederland was Pestalozzi voor pedagogen tot in de jaren 60 een bekende naam. Maar daarna is men hem vergeten. Het is te hopen dat de extra aandacht voor zijn persoon en werk ter gelegenheid van zijn 250ste geboortedag in 1996, de aanzet vormt tot een hernieuwde doordenking van zijn werk.

 Literatuur:

Branger, J. (1990). Zur Pestalozzi-Rezeption in den Niederlanden. In: Pestalozzianum (Hrsg.),
Pestalozzi im internationalen Gespräch. Zürich, p. 291-300
Kobelt, A. (1996). Auf den Spuren Pestalozzis. Stationen seines Lebens. Zürich: Pestalozzianum Verlag
Stadler, P. (1988-1993). Pestalozzi: geschichtliche Biographie.
Bd 1: Von der alten Ordnung zur Revolution (1746-1797)
Bd2: Von der Umwälzung zur Restauration, Ruhm und Rückschläge (1798-1827) Zürich:  Verlag Neue Zürcher Zeitung

Bronteksten:

Gedrukte publicaties:
Studien-Ausgabe von Pestalozzis Schriften (Hrsg. Von Arthur Brühlmeier). Uni-Taschenbücher 647,     755, 756
Pestalozzi, J.H. (1996). Neuhof-geschriften. Ingeleid, vertaald en van commentaar voorzien door Daan Thoomes. Met een woord vooraf door prof Jan Dirk Imelman en een Geleitwort door Arthur Brühlmeier. Kampen: Kok
Pestalozzi, J.H. (1978). Wie Gertrud ihre Kinder Lehrt und Ausgewählte Schriften zur Methode. Besorgt von F. Pfeffer. Paderborn: Schöningh
electronisch op CD-ROM: Pestalozzi, J.H. (1997). Kritische Gesamtausgabe sämtlicher Werke und Briefe. Konzeption und Bearbeitung: L. Friedrich, S. Springer. Zürich: Pestalozzianum
Electronisch beschikbaar via Internet
:Pestalozzi-Projekt
            http://www.uni.oldenburg.de/~topsch/pesta/knoten.htm

Johann Heinrich Pestalozzi (1746-1827) http://pestalozzi.hbi-stuttgart.de/
Zie ook: The history of education site, bij Pestalozzi:            http://www.socsci.kun.nl/ped/whp/histeduc/

 Video’s:
Johann Heinrich Pestalozzi: sein Kampf für soziale Gerechtigkeit und Menschenbildung. Buch,Realisation und Produktion: Phil Dänzer. Herausgegeben vom Pestalozzianum Zürich 1994.
(Engelstalige versie: Champion of social justice and humanitarian education; Franstalige versie: Un combat au service de la justice sociale et de l’éducation).

aanvulling nov.2002: Mijn Zwitserse kennis, dr. Arthur Brühlmeier, zond mij zijn nieuwe website waarop veel te lezen valt over Pestalozzi. Misschien de moeite waard om aan mijn artikeltje over Pestalozzi toe te voegen? www.bruehlmeier.info
www.heinrich-pestalozzi.info
Hartelijke groet,
Daan Thoomes.
 

Zakelijke info