Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


80103. Verfraaid en verdraaid? Historische wandplaten uit Nederland en Duitsland nader bekeken door J.P. Schellekens., 1990 nr. 1

Vanaf dinsdag 6 maart is de eerste tijdelijke tentoonstelling van het Nationaal Schoolmuseum in haar nieuwe behuizing, voor het publiek geopend. Op de tentoonstelling: VERFRAAID EN VERDRAAID Historische wandplaten uit Nederland en Duitsland nader bekeken zijn ca. 36 historische wandplaten uit de collectie van het Nationaal Schoolmuseum en van het Archiv Schulisches Wandbild, Universität ‑ Gesamthochschule ‑ Duisburg (BRD) te zien.

Als lid van de Vereniging Vrienden Nationaal Schoolmuseum bent u van harte welkom. De tentoonstelling duurt tot en met 6 mei en is van dinsdag t%m zaterdag van 10.00 u ‑ 17.00 u. en op zondagen van 11 00 u ‑ 17.00 u te bezichtigen. Op vertoon van dit nummer van De School Anno is de toegang gratis.

De geschiedenisles: jaartallen en  schoolplaten

 

Vele lezers zullen met genoegen terugdenken aan de geschiedenislessen op de lagere school. De schoolmeester of juffrouw vertelde van voorbije tijden waarin verschrikkelijke Noormannen of koene ridders de hoofdrollen bezetten. Alle aandacht was daarbij gericht op de grote en veelkleurige schoolplaat van Isings of van een andere illustrator. Het opdreunen van eindeloze rijtjes jaartallen, meestal ook een onderdeel van de geschiedenisles, was voor even naar de achtergrond verschoven.

Veel kinderen kunnen zich tegenwoordig maar nauwelijks voorstellen dat hun leeftijdgenootjes uit 1910, een uur of langer, aandachtig naar één schoolplaat keken. Toch was de grote historische wandplaat in die tijd een boeiend medium voor het onderwijs, vergelijkbaar met de huidige uitzendingen van de schooltelevisie, de video of het computerprogramma.

De onderwijswereld sprak toentertijd vol lof over de illustraties en uiteindelijk bezat bijna elke lagere school wel een serie historische wandplaten.

 De invloed van schoolplaten... de invloed op schoolplaten

 Schoolplaten zijn vanaf ca. 1860 tot in onze jaren zestig een middel geweest om de geschiedenisles op de lagere school te verlevendigen. (Overigens worden ze op een klein aantal scholen nog steeds gebruikt!). Door het bekijken van wandplaat en de daarbij behorende vertelling konden leerlingen zich een voorstelling maken van belangrijke gebeurtenissen, personen en voorwerpen uit een ver verleden.

Historische wandplaten kunnen een onuitwisbare indruk achterlaten. Met name de wat oudere bezoekers van het schoolmuseum herinneren zich vaak nog precies hoe schoolplaten als "De Noormannen bij Dorestad", "Ter kruisvaart" en "een Middeleeuwse stad" eruitzien; welke personen, gebouwen en gebruiksvoorwerpen erop staan afgebeeld.

Waar een filmopname of een plaatjesboek door de grote hoeveelheid afwisselende beelden, verschillende kanten van een historische gebeurtenis of persoon belicht, geeft de wandplaat een momentopname weer. De essentie van een historische gebeurtenis of persoon moet in één afbeelding worden samengebald. Hoe dicht kan een illustrator de kern van een historische gebeurtenis benaderen, zonder te vervallen in een ongenuanceerde of eenzijdige afbeelding? Op veel lagere scholen hingen wandplaten waarop Karel de Grote per definitie als een machtige keizer werd geportretteerd. Evenals de Hunnen zijn de Noormannen plunderaars, en Balthasar Gerards, de moordenaar van Willem de Zwijger, staat clichématig als een verachtelijk sujet afgebeeld.

De keuze van het historische moment en onderwerp, de af te beelden personen en gebruiksvoorwerpen, het bepalen ván de sfeer die een wandplaat moest uitstralen, de tekentechniek en dergelijke werden bepaald door de uitgever, de samenstellers vaneen serie, de illustrator en eventueel de auteur van de handleiding. Zij lieten zich daarbij ongetwijfeld door pedagogischdidactische overwegingen leiden. In het verlengde van het aanschouwelijk onderwijs moest de afgebeelde historische gebeurtenis een leerling aanspreken en een bepaalde indruk achterlaten. Met name de wandplaten vanaf het begin van deze eeuw werden daarom vervaardigd in voor die tijd ongewoon grote afmetingen en uitgevoerd in veelkleurendruk. Het spannende verhaal in de bijbehorende handleiding moest er toe bijdragen dat leerlingen plezier kregen in het vak geschiedenis.

Naast in zwang zijnde pedagogisch‑didactische denkbeelden, de stand van zaken en "trends" in de geschiedwetenschap en beschikbare kunsthistorische bronnen speelden soms ook het politieke‑ of levensbeschouwelijke klimaat een rol bij de totstandkoming van historische wandplaten.

Op de tentoonstelling zal de bezoeker wandplaten zien die een historisch thema op ogenschijnlijk identieke wijze afbeelden. Door echter nauwgezet te kijken naar de keuze en uitwerking van het onderwerp, de opbouw van de plaat, de wijze waarop hoofd‑ en bijpersonen staan opgesteld en de perspectivische verhoudingen blijkt dat de schoolplaten vanuit een politieke‑ of levensbeschouwelijke ideologie min of meer zijn gekleurd, verfraaid en soms zelfs verdraaid. Wandplaten als spiegel van een tijdgeest.

Twee voorbeelden uit de tentoonstelling licht ik hier toe.

De Noormannen voor Dorestad (foto: T. Burgering)

Van de woede der Noormannen, verlos ons, o Heer!

Tussen 800 en 1000 na Chr. hebben grote gebieden in het Rijk van Karel de Grote en zijn nakomelingen, te lijden onder de aanvallen van Noormannen. De meest bekende voorbeelden hiervan zijn de jaarlijks terugkerende plunderingen van Dorestad tussen 834 en 837 n. Chr.

Dit is het beeld van Noormannen dat vele kinderen op de lagere school steevast krijgen voorgeschoteld. De imponerende wandplaat van Isings getiteld: "De Noormannen voor Dorestad" (Zie afbeelding 1 ) heeft hierzeker het nodige aan bijgedragen. Wie herinnert zich niet het grote vikingschip met daarbij de twee woest uitziende krijgers? Op de achtergrond zijn hun metgezellen bezig om de handelsplaats Dorestad te plunderen. Een van de Noormannen laat triomfantelijk de buit zien, een missiekelk, een bisschopsstaf, gewaden en enige (kerk?) sieraden. De horizon is fel roodgekleurd, grote rookwolken stijgen naar de hemel. Heel in de verte is het zadeldak van een kerktoren zichtbaar. De verschrikkelijke Noormannen brandden de stad plat.

De illustrator Isings heeft veel zorg aan de detaillering van de schepen, de kleding, de bewapening en dergelijke besteed. Hij stond erom bekend dat hij zich voor zijn werk uitvoerig documenteerde. Toch krijgen veel schoolkinderen door deze afbeelding mijnsinziens een eenzijdig beeld van de Noormannen voorgeschoteld. Het waren plunderaars die het op handelsplaatsen, kloosters en kerken hadden gemunt. Daar lagen de kostbaarheden voor het grijpen.

 Wikinger auf Binnenfahrt im Odertal (foto: T. Burgering)

De plunderingen zijn beschreven door monniken en priesters. Geen wonder dat deze slachtoffers, hun belagers als woeste duivels, vijanden van de christelijke beschaving afschilderden. Van de woede der Noormannen, verlos ons, o Heer!

Door het benadrukken van dit standpunt, verliest het schoolkind wellicht uit het oog dat Noormannen ook als vreedzame kolonisten, handelaren of zelfs als ontdekkingsreizigers (van Amerika) zijn af te schilderen. Niet elke tocht had tot doel de lokale bevolking een kopje kleiner te maken en hen van de bezittingen te beroven. Er zijn enkele schoolplaten uit Nederland en Duitsland die deze andere kant van de Noormannen hebben uitgebeeld.

Op de Duitse schoolplaat: "Wikinger auf Binnenfahrt im Odertal", naar een origineel van W. Planck, (afb. 2) stappen de Noormannen op hun gemak aan land waar ze door de bevolking worden opgewacht. Geen wapengekletter, geen dreigende houding, geen branden, geen plunderingen. Hier wordt handel bedreven; een andere kijk op de Noormannen zoals zij óók zijn geweest.

Deze zo onschuldige ogende schoolplaat uit 1937 (!) heeft overigens naast het uitbeelden der Noormannen, nog een ander doel gediend. Over de stereotype handelaar links op de wandplaat, kon de onderwijzer volgens de bijbehorende catalogus namelijk het volgende vertellen: "Auch der Jude ist da und dringt sich als letzter herzu. Bisher hatte er den Slaven Kunde von den Dingen der Welt gebracht und ihnen ihre Sdhne und Tdchter mitgenommen, angeblich, um ihnen ein besseres Dasein zu vermitteln, in Wirklichkeit aber, um sie heimlicherweise als Sklaven zu verkaufen. Voller Ingrimm blickt er hinuber zu den straffen germanischer Gestalten, weifa er doch, data seine Rolle nun im groBen und ganzen ausgespielt ist."

Op deze wijze gebracht, weerspiegelt schoolplaat en handleiding de nationaalsocialistische geest uit de jaren dertig en vormt zij daar zelf een onbeschaamd onderdeel van.

 Keizer of Paus?

 In de Middeleeuwen heeft de machtsverhouding tussen de keizer en de paus altijd een hoop stof doen opwaaien. De vraag wie nu eigenlijk de door God uitverkoren hoogste machthebber was, zorgde toen voor veel twisten en oorlogen. Op de tentoonstelling hangen drie schoolplaten waarin de machtsverhouding tussen keizer en paus op verschillende wijze tot uitdrukking komt.

De eerste wandplaat getiteld: "Karel de Groote tot keizer gekroond" van Ch. Rochussen (afb. 3) geeft een impressie van de gebeurtenis in de St. Pieter te Rome tijdens de Kerstnacht in 800 n. Chr. Er zijn verschillende verhalen in omloop over de kroningsplechtigheid. De vraag blijft of Karel op de hoogte was van de plechtigheid of dat hij, nog verdiept in zijn gebed, door de paus onverwachts de keizerskroon op het hoofd kreeg gedrukt.

De overgeleverde bronnen zijn te schaars om definitief vast te stellen wat er gebeurd is. Ook de illustrator van deze plaat blijft daarover vaag. Toch geeft hij door de positionering van de hoofdpersonen aan, dat de paus in die kerstnacht (letterlijk) boven de keizer staat en in ieder geval baas in eigen huis is. Paus Leo III kijkt neer op de geknielde Karel de Grote. Ook de andere kerkelijke functionarissen, een sub‑diaken, een bisschop en enkele abten staan rechtop. De Frankische edellieden daarentegen zijn in een knielende positie afgebeeld. Paus Leo III zet de keizerskroon op het hoofd van Karel de Grote. De door God gegeven keizerlijke waardigheid wordt door de paus aan een wereldlijk heer toebedeeld. Karel neemt deze (onverwachte?) gift deemoedig in ontvangst.

In de handleiding bij deze wandplaat wordt de historicus P. Blok geciteerd: "niet .... alleen uitnemend krijgsman is 'Charlemagne' geweest; hij was ook ernstig en vroom geloovige, voor letteren en kunst heeft hij een open oog gehad. Zijn veroveringen waren zegepralen van het Christendom. Zijn keizerschap zelf is een kerkelijk gewijde waardigheid, hem door het geestelijk hoofd der Christenheld zoo niet geschonken, dan toch met volle instemming toegekend."

Veel duidelijker dan op de voorgaande plaat, drukken twee Duitse schoolplaten: "Kaiser Heinrich IV. und Papst Gregor Vi I in Canossa (1077)" gedrukt in 1920, (afb. 4) en "Der Tag von Canossa" uit 1938 (afb, 5) de machtsverhouding tussen paus en keizer uit. Het aardige is dat beide platen dezelfde historische gebeurtenis: de gang naar Canossa, geheel verschillend afbeelden. Voordat ik daar op inga, vertel ik in het kort wat deze machtsstrijd inhield.

Karel de Groote tot keizer gekroond (foto. T Burgering)

In de winter van het jaar 1076‑1077 bereikte de strijd tussen paus Gregorius VI I en keizer Hendrik IV over de vraag wie de bisschoppen mocht benoemen, een nieuw hoogtepunt (de zogenaamde investituurstrijd). Het recht op de bisschopsbenoeming was geen op zichzelf staande kwestie. De investituurstrijd symboliseerde de strijd om de hoogste macht in zowel kerkelijke‑ als in wereldlijke zaken.

Toen Hendrik IV op eigen houtje een bisschop in Milaan benoemde en het daaropvolgende protest van de paus aan zijn laars lapte, was de maat vol. De paus deed de keizerin de kerkelijke ban. De keizer werd geëxcommuniceerd en zijn onderdanen mochten hem niet langer gehoorzamen. Aan het eind van het jaar 1076 had Hendrik zowel de steun van zijn bisschoppen als van de Duitse adel verloren. Om zijn macht over hen terug te krijgen, zou de kerkelijke ban verbroken moeten worden. De keizer vertrok naar Canossa om vergiffenis aan de paus te vragen.

Op de schoolplaat "Kaiser Heinrich IV. und Papst Gregor VII in Canossa (1077)" zien we linksboven de paus met zijn gevolg. Zij beraden zich over de keizer die op de binnenplaats barrevoets in de sneeuw staat. Onbewapend en slechts gekleed in een dun boetehemd, smeekt hij de Heilige Vader om vergiffenis. Op deze schoolplaat is de paus verreweg de machtigste van de beide mannen. Hij verkeert in de positie om de boetvaardige Hendrik zijn macht terug te geven of hem deze te onthouden. De illustrator, prof. M. Zeno Diemer, houdt de schriftelijke overlevering nauwgezet aan. Hij heeft gestreefd naar een zo neutraal mogelijk wijze van afbeelden.

De afbeelding uit 1920, waarop een boetvaardige Duitse keizerin het stof kruipt voor de hoogste kerkelijke machthebber, was voor de Nationaal‑Socialisten onverteerbaar. De schoolplaat "Der Tag von Canossa" uit 1938 van de hand van Max Brijsel, is "aangepast" aan de nieuwe orde. Deze versie geeft een hele andere indruk over de gang naar Canossa weer. Ook hier staan Hendrik IV en Gregorius Vil afgebeeld. Maar wat een verschil met de voorgaande plaat. Een zwaarbewapende, blonde Germaan treedt als een overwinnaar naar binnen. De keizer werpt met zijn linkerhand het boetekleed achteloos van zich af. Met de andere hand omklemt hij het gevest van zijn zwaard. De paus deinst bij de aanblik van deze keizer angstig terug. Heeft de paus hier een andere keus dan de kerkelijke ban op te heffen en daarmee de keizer in zijn oude macht te herstellen? Deze interpretatie van de gang naar Canossa, gaat lijnrecht in tegen de schriftelijke overleveringen van deze gebeurtenis. De afbeelding is onjuist en misleidend.

 

Zakelijke info