Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


40104. De stoetboom door A.Keuzenkamp, 1986 nr.1

 Zoo kom ik nu den eersten morgen de school weer uit - met een stoetboom (zie de eerste plaat). Zoo groot, dat m'n oudste zus me plaagt: "Boom, waar ga je met 't kind naar toe?" Maar ik lach daar wat om: zij de pret, maar ik heb den boom. En zoo blij kijken wij hier nu in Uithuizermeeden de wereld in als de Leerlustwet op ons van toepassing is geworden.

Vanmorgen werd ik weggebracht tusschen vader en moeder in. 'k Was zoo bang, dat ik te laat zou komen, want de school begint al om half negen. Maar gelukkig gingen vader en moeder mee. Dat is bij ons thuis altijd gewoonte. Andere vaders en moeders hier eene enkele moeder, die eene uitzondering maakt doen dat zoo niet: "je moet een kind nooit laten merken, dat z'n ouders hem liefhebben", zeggen de Noorderlingen. Maar mijn moed gaf me, toen de Juffrouw me een plaats had gewezen, een kus en draaide zich haastig om: "hu die moe." Frouwke van Freerk Timmer was toch zoo bang, ze heeft den heelen morgen zitten huilen. Toen heeft de Juffrouw -ik mag niet meer "vrouw" Ellema zeggen, zei moeder, 't moet "juffrouw" zijn - tegen Frouwke gezegd, dat er boven op de schoolbeun (beun = zolder) een heel groote boom staat. En dat de wind daar soms een tak afwaait, met allerlei lekkers er aan. Kinderen, die goed d'r best doen en niet klikken en jokken, krijgen van juffrouw zoo'n tak mee naar huis. En telkens werd er aan de deur getikt en kwam een van de bakkersjongens zoo'n tak, die afgewaaid was, binnenbrengen. Je mocht er wel naar kijken, maar niet aankomen. En toen gingen we spelen. Ik heb direkt een heelen hoop vriendinnetjes gekregen. De laatste weken verveelde ik me thuis zoo en dan moest ik weer koffie malen. "Nooit lekkerder koffie, dan als Dieneke ze gemalen heeft", zei moeder. Maar nu hoef ik nooit meer koffie te malen. Met m'n handjes op den rug ging ik in 't speelkwartier den gang eens doorloopen, daar hangen zulke mooie platen en ik heb ook eens in de leege lokalen rondgekeken. Maar Bram en Wim, dat zijn m'n broertjes, zeiden, dat 't niet mocht, en dat je nou moest gaan spelen. Maar dat wou meester niet hebben, die floot en we moesten allen naar binnen. Ties en Frouwke wisten niet eens meer waar ze zitten moesten. Even voor half elf kwam Vader door het deurraampje kijken en ik heb tegen ' m gelachen. Maar de Juffrouw heeft 't niet gemerkt. En hij heeft geteld, of er voor al de nieuwe kinderen wel een stoetboom was gekomen. "Anders moet een der kinderen maar een koek op den arm gebonden krijgen, met een lint vastgemaakt - zoo was hier 't gebruik, toen er nog geen stoetboomen waren,'zei vader tegen de juffrouw. En juffrouw Ellema zei, dat vader gelijk had. En dat ze zelf een zak met zuurtjes had gekregen op haar eersten schooldag. Dat was gewoonte op 't dorp, waar de Juffrouw vandaan is. We kregen allen een tak van den boom, dien de Jufvrouw op den schoolzolder heeft staan en Vader zei tegen de kinderen, dat hij hoopte, dat er op school net zoovele kostelijke dingen uit ons zouden groeien, als aan die nog bladerlooze takken ..... Zoo gaan we allen blij naar huis. Niets prettiger, dan naar school

Te mogen gaan! Je krijgt nu elken dag wat mee van den stoetboom. De krentenbolletjes worden met den dag wat harder, maar eerst mag je eierkoeken en die kereltjes van brood opeten. En dan later de krentenstoepjes en dan nog weer later. De zakjes met zuurtjes en de sinaasappels en eindelijk de chocoladereepen. En de bons, die daarop zitten, zijn voor Bram en Wim. En dan planten we met z'n vieren den boom in mijn tuintje, misschien groeit er 't volgend jaar wéér zooveel lekkers aan ......

Alle dingen hebben toch ook hun schaduwzijden. Zelfs de stoetboom op den eersten schooldag. Vele boeken en menschen werden geraadpleegd, maar de wetenschap heeft nergens de herkomst van den stoepboom vastgelegd. De haan in top doet denken aan palmpaschen. Wellicht is de gewoonte, die in sommige deelen van ons vaderland nog gevonden wordt, om op den palmzondag aan kleine kinderen stokken, met groen en broodjes en sinaasappelen versierd, in handen te geven, in 't Noordelijk deel van Groningen overgebracht op den eersten schooldag. In ieder geval is toch de folklore gebaat met de opname van dit artikel. Als "Op den Uitkijk" zijn 400e Jaargang ingaat, zal de wetenschap met zekerheid kunnen vaststellen, dat reeds voor vier eeuwen de eerste schooldag een blijde inkomste was en dat men in dien tijd van den stoetboom alleen wist, dat het "Meister gewoonte" was. (Uithuizermeeden heet in den volksmond: "Mei"). Nog in enkele plaatsen op 't Hoogeland vond ik hetzelfde gebruik. Ten slotte: mocht mijn lieve kind bij elke mijlpaal des levens maar even gelukkig en dankbaar gestemd zijn, als bij dezen eersten.

Bron: Op den Uitkijk, Tijdschrift voor het christelijk gezin. Wageningen, Ode jaargang, 1928, p.555557 (ingekort).

Zakelijke info