Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


020302. De Bilt / Bilthoven en de Boekes door Agnes Jonker', 1984 nr. 3/4

Wie De Bilt van de doordzijde nadert, rijdt allereerst door Bilthoven. De overgang van bos naar woningbouw is vrij onopvallend. Op grote percelen staan riante villa's verscholen in parkachtige tuinen. Statige eiken en groene beuken flankeren de straten. Hier heerst nog de rust die menig stedeling tijdens zijn vakantie ver van zijn eigen woonstee pleegt te zoeken. Maar deze indruk blijkt bezijden de waarheid. Laag overvliegende vliegtuigen van of naar Soesterberg verstoren regelmatig de stilte. Het groen wordt op zo'n moment teruggebracht tot een dekor dat rust en schone lucht moet suggereren. De eenzame fietser die de zuidelijke route kiest om De Bilt te bezoeken, komt meteen terecht in de oude dorpskern, nu de rand van het dorp. Het lawaai van de drukke autoweg Utrecht - Amersfoort tuit nog na in mijn oren, wanneer ik stilsta voor de gerestaureerde N.H. Kerk. Op de voorgevel van een woning rechts van de kerk staat met veel te grote letters geschreven 'De Oude School'. Dit gebouw, daterend uit de 17e eeuw, diende ooit als school én kosterswoning.  Op het ansichtkaartenrek voor de deur van de plaatselijke boekhandel ervaar ik het keuzeprobleem van elke toerist. Wat is nu typisch voor De Bilt? Het fraaie gemeentehuis of één van de buitenplaatsen hier? Portretten van mensen in klederdracht lijken me meer geschikt voor de buitenlandse bezoeker. De serie foto's van de koninklijke familie is zeer recent; een statieportret van de koningin, Prins Claus met zijn zoons, en twee maal Prinses Margriet met haar gezin. Aan wie zal ik mijn royale groeten sturen?

Zonder een kaart te kopen, ga ik verder. Aan de stijl van de woningbouw, zowel aaneengesloten als ruimer opgezette bebouwing, oud en nieuw, herkent men de verschillende fasen van uitbreiding van dit dorp. Wanneer ik monter fietsend het terrein van een verzorgingstehuis opkom, lijkt het me geen onaantrekkelijke gedachte om oud en slecht ter been te zijn. Een fraai, lommerrijk wijkje, daar moet het prettig toeven zijn. Bij binnenkomst in een van de woonvertrekken besef ik met een zekere opluchting dat ik gezond van lijf en leden ben en nog te kort kamerbewoonster-af om het leven in deze kleine ruimte aantrekkelijk te kunnen vinden. Maar de mensen die ik spreek - enkele ouder dan 90 jaar, andere toch ook al boven de 80 jaar hebben het er prima naar de zin. Ik heb de afgelopen tijd De Bilt Bilthoven talloze malen doorkruist. De ene keer op weg naar het gemeentehuis om er te snuffelen in het archief; een andere keer op weg naar oudere inwoners om met hen te praten over vroeger. 'Je zult niet veel aan me hebben', verontschuldigt men zich wanneer duidelijk wordt dat mijn komst te maken heeft met de herdenking van Betty en Kees Boeke. Over de Boeke's en over de Werkplaats weet men inderdaad niet veel: verhalen die vroeger daarover de ronde deden, gingen het ene oor in, het andere uit : 'Het interesseerde de mensen niet. Maar het was een eigenaardige groep lui daar, dat wel.' Toch blijken de gesprekken waardevol.   Want wat was De Bilt / Bilthoven eigenlijk voor 'n plaats voor en in de jaren dat het echtpaar Boeke er woonde en werkte?

Op de grote stille heide

De Bilt is een uitgestrekte gemeente, ruim 12 kilometer lang. De grootste breedte is 3,5 kilometer. Het oude dorp De Bilt had oorspronkelijk een overwegend agrarische bevolking.Tegenwoordig vindt slechts een klein gedeelte van de bevolking emplooi in de agrarische bedrijfstak.   De gemeente afficheert De Bilt als een typische woongemeente met veel bos. Door de gunstige ligging ten opzichte van het spoor en de autowegen is De Bilt in deze eeuw uitgegroeid tot een belangrijke forensenplaats. In 1900 woonden er ongeveer 3000 mensen in het dorp, nu telt De Bilt ongeveer 32.000 inwoners. Uit de ontstaansgeschiedenis van Bilthoven wordt duidelijk dat De Bilt en Bilthoven oorspronkelijk sterk van elkaar zijn te onderscheiden in geografisch en sociaal opzicht. De meeste mensen denken dat Bilthoven een aparte plaats is.  Strikt genomen is het de naam van een nieuwbouwwijk in De Bilt, zij het één die niet door de gemeente is gepland.  Rond 1900 lag het treinstation van De Bilt, geopend in 1863, nog midden in een vrijwel verlaten gebied en op flinke afstand van het dorp. Waar nu huizen staan, zwierven toen schaapherders met hun kuddes eenzaam rond. Enkele boerderijen, schaapskooien en buitenplaatsen trof men aan in het westelijk deel van dit gebied, dat verder grotendeels nog onontgonnen was.

Aanvankelijk was de betekenis van dit station gering; het was een weinig gebruikte halte op de lijn Utrecht-Amersfoort. Daarin kwam verandering naarmate de frekwentie van het treinverkeer en het komfort van de rijtuigen toenam. Vanuit Utrecht kostte een retourtje slechts 15 centen; de Biltsche Duinen raakten in trek bij de Utrechtenaren. Het station trok, naast dagjesmensen, ook de belangstelling van forensen die zich graag vestigden in de nabijheid van dit gunstig gelegen station.  En zo ontstond er, op ruime afstand van het oude dorp, een nieuwe woonwijk waarvan de naam De Bilt-Station in 1917 werd gewijzigd in Bilthoven. 'Het waren Bilthoven

eigenlijk net twee dorpen, De Bilt en Bilthoven. Woonde je in De Bilt, dan kwam je niet aan de andere kant van de spoorlijn. Daar woonden mensen van buiten, dat was allemaal import.' Tot de weinige Biltenaren die wél over het spoor kwamen, behoorden in elk geval de winkeliers.  Zij bezorgden vroeger alles aan huis en waren gebrand op elke uitbreiding van hun klandizie. Met de handkar of de mandfiets trok de kruidenier, de melkboer, de groenteman door het dorp en door de wijde omtrek; de 'stoomwasscherij' bezorgde de was kraakhelder en fijngestreken weerom. De bakker kwam tot in Bunnik en Den Dolder; ook juwelier Schaap in Utrecht at brood gebakken in De Bilt.

Aanvankelijk, vanaf ongeveer 1900, werden rond het station uitsluitend grote villa's gebouwd. Een kleiner type deed na 1910 zijn intree. Het schijnt, dat de kwaliteit van deze woningen - te snel gebouwd nadat de aantrekkelijkheid van het gebied was gebleken - te wensen overliet. Zowel wat de toezicht op de bouw als de aandacht voor de architectonische schoonheid betreft, is de gemeente in die jaren in gebreke gebleven, beduusd waarschijnlijk door de snelle uitbreiding. De hedendaagse wandelaar vallen deze tekorten niet direkt in het oog; het is bovendien zeer waarschijnlijk, dat de kapitaalkrachtige bewoners de noodzakelijke herstelwerkzaamheden al lang geleden hebben laten uitvoeren. En wat de architectonische schoonheid betreft, de plompheid van verschillende villa's gaat geheel verborgen achter de ruime groenvoorzieningen.

In de dertiger jaren tenslotte zijn de villa's gebouwd van het type twee-onder-één-dak. Over deze nieuwe wijk, Bilthoven, schreef iemand in 1939: 'Er zijn weinig villadorpen in ons land, waarin aan alle zijden zo onmiddellijk contact met de natuur kan worden verkregen.' Eind jaren 120 werd aan de zuidzijde van de spoorlijn begonnen met de bouw van 'de betere arbeiderswoningen'. Weemoedig vertelt daarover de zojuist aangehaalde auteur: 'Waar nu het Tuindorp is, was vroeger een bosch, beroemd door de nachtegalen die er in de zomernachten concerteerden.' De A 27 klinkt net even anders, vrees ik.

In 1920 was De Bilt / Bilthoven nog maar een kleine plaats, een goeie 5500 inwoners. Meer dan een kwart van de mensen die zich inmiddels hadden gevestigd in Bilthoven, was hoger ambtenaar (bijv. hoogleraar), 27,5%; het percentage direkteuren onder hen was hoog, 13,1%; en het percentage weduwen opvallend, 12,5%.

Ik ontleen deze gegevens aan een skriptie van dertig jaar geleden. Samenvattend kan van de toenmalige bewoners van Bilthoven, in het Bilthoven bijzonder die ten noorden van de spoorlijn, gezegd worden, dat zij behoorden tot de 'beter en best gesitueerden'. Uit de volkstelling in 1947 bleek, dat 37,2% van de mannen in Bilthoven zonder beroep was. Het grootste deel van hen, zo kan worden aangenomen, was rentenier of gepensioneerd. De Boeke's zijn in 1919 in deze wijk neergestreken.

Vóór 1910 was er maar één lagere school in de gehele gemeente, een openbare school (tegenwoordig de Theo

Thijssen-school). De eerste 'school met den bijbel' startte in 1910, en acht jaar later opende een openbare lagere school haar deuren in Bilthoven (tegenwoordig de Jan Ligthart-school). Nog andere scholen volgden in de daaropvolgende jaren (christelijk, rooms-katholiek, montessori). De lagere school aan de Van Dijcklaan in Bilthoven was lange tijd de enige school die opleidde voor het V.H.M.O.

Het vermaak was, als in vele plaatsen in die tijd, nog een knusse aangelegenheid. Vrije uren werden voornamelijk thuis doorgebracht en bij de naaste familie. In huiselijke kring, een glaasje anijsmelk bij de hand, speelde men domino of ganzebord. Gezelligheid was verder te vinden in het rijke verenigingsleven, bij de christelijke sportvereniging Fraternitas bijvoorbeeld, een gymnastiekvereniging die nog steeds bestaat, of bij de schietvereniging. Muzikale Biltenaren beleefden veel plezier in de harmonie, in 'Zang Veredelt' of in het 'Biltsch Kinderkoor'. In het weekeinde vertoonde een plaatselijk hotel wel 'ns een film. En natuurlijk viel er veel te genieten van de natuur. Vanouds is De Bilt een christelijk dorp, Nederlands hervormd overwegend. In de loop der jaren is het geestelijk leven er uitgesplitst in vele godsdienstige en levensbeschouwelijke richtingen. De Boeke's, Quakers, hebben hieraan destijds ook een steentje bijgedragen. Een groep mensen rond Boeke, die het evangelie aanvaardde als de basis waarop zij hun leven moesten opbouwen, kwam elke week te zamen in het Broederschapshuis aan de Sweelincklaan. Zij noemden zich de 'Broederschap in Christus'. Een inwoner herinnert zich dat nog goed. Hij bezocht in het begin van de twintiger jaren de bijeenkomsten in het Broederschapshuis en leerde daar Boeke kennen. 'Op de gevel van het Broederschapshuis stond 'Eén is uw meester, gij zijt allen broeders'.' Boeke zelf zat aan de piano en liet het aan de mensen over om te spreken. 'Het was niet druk, het was natuurlijk altijd een klein groepje.  Wij zongen ook, liederen die hij zelf gemaakt had, gekomponeerd had.' ook anderen herinneren zich de 'kwakers' uit die jaren, maar dan meer van een afstand.  Ze noemen ze, wat lacherig en met een armbeweging die de zweverigheid van het onderwerp moet onderstrepen, in één adem met de Vrijmetselaars: 'Dat was óók iets héél aparts'. Maar er zijn er, die verbaasd opkijken wanneer ik de Boeke's omschrijf als diep-religieuze mensen. Dat is nieuw voor ze. Van de Quakerbeweging hebben ze wel gehoord, die stond vroeger erg gunstig bekend, ze hadden ook hele mooie verzen, herinnert een mevrouw zich.  Maar als vrijgemaakte gereformeerde heeft zij moeite met het feit, dat de Quakers geen kerk erkennen, want dát kan niet. In de wegwijzer van De Bilt '84/'85, een uitgave van de gemeente, komen de Vrijmetselaars nog voor in de adressenlijst. Van de Quakers ontbreekt elk spoor.

Het gebied tussen De Bilt en Bilthoven is na de Tweede Wereldoorlog geleidelijk volgebouwd. Noordwaarts rijdend vanuit De Bilt konstateer ik, dat het blauwe verkeersbord met daarop de naam Bilthoven naar het zuiden is opgeschoven, veel zuidelijker dan op grond van haar ontstaansgeschiedenis is gerechtvaardigd. Echte Biltenaren hebben grote moeite met die opdringerigheid.  Kapitale gebouwen, de resten daarvan of soms alleen nog maar de naam van eeuwenoude landgoederen leven voort in en om het dorp: Arenberg, Jagtlust, Meyenhagen, Houdringe, Steenen Camer, Leyenhoeve, Sandwijck, Vollenhoven. Op het terrein van deze landgoederen zijn in het verleden door de landheer houten huisjes gebouwd voor de mensen die in het bos werkten. Tegenover de openbare lagere school aan de Leyenscheweg in Bilthoven bijvoorbeeld stonden van die oude huisjes; aan de Groenekanseweg in De Bilt, bij de Steenen Camer, stonden twee rijtjes. 'Dat waren', vertelt een mijnheer, 'hele kleine huisjes met alleen maar een achterdeur.  Dat waren natuurlijk geen kapitalisten die daar woonden, dat begrijp je wel. De gemeente heeft de boel daar afgebrand, ver voor de oorlog, wegens het ongedierte.'

Ook aan de rand van een terrein dat het Jodenkerkhof werd genoemd, stonden dergelijke eenvoudige huisjes.  Eind jaren '50 zijn de laatste tegen de vlakte gegaan. De woningen in deze arbeidersbuurten staken af bij het nieuwe villa-dorp in opbouw. De 'Broederschap in Christus' nam het op voor de arbeiders die daar woonden en bekritiseerde in haar tweewekelijkse 'Gemeenschapsblad', huis aan huis verspreid in heel Bilthoven, de 'schandelijke woningtoestand te Bilthoven'.

Samen met de Utrechtse Bouwassociatie, eveneens geestverwanten van Boeke, werd in 1922 de 'Stichting tot Verbetering der Volkshuisvesting' opgericht, met het doel in Bilthoven woningen voor minvermogenden te bouwen.  Op het terrein van het Jodenkerkhof bouwde de stichting 6 woningen. Verschillende mensen die ik spreek, weten zich dat nog te herinneren. 'Het vreemde was, dat die mensen daar werden uitbetaald naar wat ze nodig hadden.  Heel gek was dat, maar het scheen te kunnen.' Meer dan 6 woningen zijn er niet gebouwd. Al in 1925 strandde het initiatief van de stichting; het geld ontbrak om het aangekochte terrein vol te bouwen.

 Vrijbuiters

 De aktiviteiten van Boeke op onderwijsgebied mogen dan, in de beginjaren, zijn voorbij gegaan aan de Biltenaren, de autoriteiten waren wel degelijk op de hoogte. De wethouder van onderwijs, de onderwijsinspecteur en de Commissie tot Werving van Schoolverzuim pleegden in 1927 overleg over de drie kinderen Boeke die het lager onderwijs verzuimden en over Boeke zélf die onderwijs gaf in vakken waartoe hij niet de bevoegdheid had. De faam die Boeke in beperkte kring had verworven, leed niet onder het feit dat hij, niet voor de eerste keer, in de gevangenis belandde. '... 'onbevoegd' kan men de heer Boeke toch zeker niet achten. (... ) Boeke met zijn groote alzijdige ontwikkeling en met zijn prachtige idealen zou zonder twijfel een onderwijsman van betekenis zijn, althans voor kinderen -van ouders, die Kees Boeke als mensch naar waarde weten te waarderen', schreef vol bewondering een verslaggever in 1928 in de Biltsche Courant. Een jaar eerder, in 1927, had dezelfde krant op de voorpagina al ruim aandacht besteed aan het onderwijs op de Werkplaats, dat, zoals Boeke daar uitlegt, uitgaat van het Montessori-beginsel van vrije ontwikkeling van de persoonlijkheid. De verslaggever, zo blijkt uit het artikel, heeft de stellige overtuiging dat er in Bilthoven iets moois aan het groeien is. Hij spreekt verder zijn bewondering uit over de vernuftige wijze waarop Boeke erin is geslaagd het taalonderricht aanschouwelijk te maken. De onderwijsman komt vervolgens zelf aan het woord over de leermiddelen die hij heeft ontworpen voor het taalonderwijs, de taaltoestellen. Het zijn, zo legt Boeke de krantelezer uit, kartonnen kastjes met verschillende ronde openingen, waarachter schijfjes met symbolen die voor een opening gedraaid kunnen worden: een rood kastje voor de 'handeling', een zwart voor liet 'lijdend voorwerp', een groen voor de 'bepaling van tijd'. Het vierde kastje, voor de 'bepaling van plaats', is op dat moment nog in ontwikkeling (1).

Aan het slot van de rondgang over de Werkplaats vertelt Boeke aan de verslaggever, dat hem een groter gebouw is aangeboden dat hij, wanneer het zal zijn voltooid, 'Gebouw voor Individuele Ontwikkeling' zou willen noemen. Die naamsverandering is gelukkig nooit doorgegaan; het is altijd de Werkplaats gebleven. Het respekt dat doorklinkt in het hierboven aangehaalde kranteartikel, beluister ik ook in de gesprekken met mensen die Boeke vroeger wel 'ns hebben ontmoet. Een man die de gevolgen draagt van zijn religieuze en sociale opvattingen, verdient bewondering, menen zij. Toch merk ik enige slijtage in de beeldvorming rond deze opvallende figuur. Verschillende keren worden mij dezelfde verhalen verteld 'van horen zeggen', afgezaagde anecdotes die zich hebben vastgezet in de herinnering. Zoals bijvoorbeeld het verhaal van de diefstal van de fiets van Boeke; het voorval werd niet doorgegeven aan de politie, omdat een genereuze Boeke veronderstelde, dat de dief de fiets waarschijnlijk hard nodig had. Of het verhaal over Betty, vioolspelend in een roeibootje in de gracht voor de gevangenis waar Kees op dat moment z'n straf uitzat. En ik beluister bij sommige mensen skepsis: de afwijzende houding van het echtpaar tegenover geld veroordeelde hen weliswaar tot een eenvoudig sinaasappelkistjes meubilair, het weerhield hen niet zich per taxi naar Maison la Bonneterie te laten vervoeren.

En de school, wat was daarover bekend? 'De Bilt was echt een christelijk dorp, vandaar ging je niet naar de Werkplaats', vertelt een mevrouw, werd ook nooit over gesproken. Vroeger was dat anders dan nu; tegenwoordig lees je in de kranten over wat er overal gebeurt, 't is nu een heel andere wereld.; Een ander heeft zich vaak afgevraagd wat ze daar leren op de Werkplaats: 'Het was nog een minder soort school dan de Montessori-school en toch ging daar enkel de élite op!' De meeste mensen kunnen de vrije opvoeding die, naar zij menen te weten, op de Werkplaats gangbaar was, niet waarderen: 'Ze mochten daar doen en laten wat ze wilden, ze noemden de onderwijzer bij de voornaam, 'n echte vrijbuiterschool.'

Een oud-onderwijzer heeft, ook nu nog, sympathie voor het onderwijs op de Werkplaats. In de tijd echter dat zijn dochtertje naar die school ging, kreeg hij bedenkingen.  Na enkele jaren haalde hij haar weer terug naar zijn eigen school: 'ln het derde school jaar gebeurde er dingen die ik niet prettig vond. Ze zaten in hetzelfde lokaal als het vierde schooljaar; als ze ergens moeite mee hadden, dan moesten ze aan kinderen uit het vierde jaar vragen het uit te leggen. Ik was het daar niet mee eens, ik dacht, daar moet een onderwijzer bijkomen, die kan dat beter uitleggen. We hebben haar toen van school gehaald. (...) Mijn dochtertje was achter met rekenen toen ze hier in de derde klas kwam.'

 Nieuw Bilthoven

 In het huis aan huis verspreiden van brochures heeft Boeke kennelijk een effektieve weg gezien om de wereld te verbeteren. Was het in 1922 de kritieke woningtoestand in Bilthoven die via het 'Gemeenschapsblad' aan de kaak werd gesteld, gevolgd door daadwerkelijke aktie, in 1932 was de schaal al wat ruimer. De toestand van de maatschappij was zo kritiek, dat zij terstond verbeterd moest worden, aldus Boeke in de folder 'Metamorphisme - nr. l'. In deze folder werden de bewoners van De Bilt en Bilthoven op de hoogte gebracht van zijn plannen om in de kortst mogelijke tijd het ekonomische en sociale leven wezenlijk te veranderen. Hij stelde voor op 'metamorfistische wijze' aan de slag te gaan volgens het principe 1 + 1 = 2. Ik veronderstel, dat aan de hedendaagse lezer de eenvoud van deze snelle maatschappelijke omwenteling ontgaat.Laat ik daarom wat 'uitvoeriger citeren uit deze folder. 'De naam metamorfisme komt van metamorfose of 'gedaantewisseling', dat is de verandering die een rups ondergaat als hij in de vorm van een pop of cocon in een vlinder verandert. Want zoo, gelooven wij, moet de maatschappij van nu, die in vele opzichten op een rups gelijkt, door .-,Samenwerking van allen veranderen in

een hoogere vorm die meer overeenstemming vertoont met een vlinder.' De idee was dus om door middel van plaatselijke groepsverbanden nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen en een verandering van gezindheid te bereiken. Het oprichten van (alweer) een stichting, te noemen 'Nieuw Bilthoven', was een eerste, noodzakelijke stap op plaatselijk niveau. Hoe snel het daarna zou kunnen voortrollen, gaf Boeke aan met een verrassende berekening, die ik zou willen vergelijken met het verschijnsel 'kettingbrief': 'Als gij meewerkt, zou het zeer wel mogelijk zijn, de volgende oplage 2 x zoo groot te maken als deze: volgens de formule 1 + 1 = 2 No. 2 zou dan al 10.000 oplaag kunnen hebben, No. 3: 20.000 (... ) 5,10 al over de 2 millioen! Dan kon dus het 10e numer al in alle huizen van NederZand in de bus gedaan worden! (... ) Want als wij met een groot aantal belangstellenden in contact komen is er veel meer kans, dat wij met practisch werk iets kunnen bereiken.'

Het 'practisch werk' waarmee in De Bilt / Bilthoven werd begonnen, was een project ten behoeve van plaatselijke werklozen. Van deze sociale aktiviteiten van Boeke weten de mensen met wie ik spreek zich niets te herinneren.

Een mijnheer noemt wel de naam van het echtpaar De Jong Schouwenburg, dat ook betrokken was bij 'Nieuw Bilthoven'. 'Dat waren hele gelovige mensen, aparte mensen. Die hadden een tuinderij aan de Bunnikseweg.' Het was in het tuinbouwbedrijf van De Jong Schouwenburg dat dit projekt op weg naar een betere wereld van start kon gaan.

'Er ligt iets zeer hoopvols in het feit, dat als iedere enkeling één ander wint er tweemaal zoo veel zijn!' Rekenkundig is daar niets op aan te merken...'

 Tot slot

 Met een tiental oudere inwoners van De Bilt / Bilthoven, betrekkelijk willekeurig gekozen, heb ik gepraat over hun woonplaats in vroeger jaren. De bedoeling hiervan was om de kijk van omwonende buitenstaanders op de Boeke's te kunnen uittekenen, een ándere kijk wellicht. Maar de formule 'l + 1 = 2' is kennelijk al in De Bilt spaak gelopen, want de bekendheid met de aktiviteiten van de Bilthovense wereldverbeteraars blijkt minimaal. De mensen die ik spreek, halen vooral heel levendig herinneringen op aan hun eigen gezinsleven en aan het werk dat zij destijds verrichtten. De horizon van hun wereld lag toen dicht bij huis. Een gepensioneerde landbouwer weet weinig over het dorp te vertellen hoofdzakelijk vanwege zijn beroep: 'Ik had weinig met andere mensen te maken'; en een mevrouw verzucht herhaalde malen: 'Ik kwam nooit ergens Je kwam nooit ver van huis. Na de lagere school ben ik meteen in het huishouden thuis gaan helpen.' Alleen mensen met een mobiel beroep zoals een belastingambtenaar in de buitendienst, een winkelier - kwamen vaker in kontakt met andere dorpsbewoners. Vooral zij weten te vertellen over de aardig- en eigenaardigheden van het dorpsleven. Twee inwoners (woonachtig in Bilthoven) die, hetzij via het onderwijs, hetzij via de godsdienstige bijeenkomsten Boeke ooit hebben meegemaakt, geven blijk van hun respekt voor het principiële echtpaar. De overige Biltenaren met wie ik sprak, lijken echter niet onder de indruk van hun illustere plaatsgenoten. Op het spoor gebracht door mijn vragen komen langzaam enige vage verhalen over de Boeke's en de door hen ondernomen activiteiten terug in hun herinnering; enkele mensen blijken de naam Boeke te kennen, en dat is alles. Eén mevrouw vindt het gepast om te zwijgen over 'De Werkplaats', daarover is haar nog nooit iets positiefs ter ore gekomen, beweert zij. Ofschoon ik, na dit kleine aantal gesprekken, voorzichtig moet zijn met het trekken van konklusies, valt mij toch op hoe gering de plaatselijke bekendheid van de Boeke's is geweest. Ongetwijfeld heeft die onbekendheid met het reilen en zeilen van de groep idealisten rond Boeke te maken met de ligging van Bilthoven ten opzichte van De Bilt. Maar ook in Bilthoven zélf waren velen niet op de hoogte, zo wordt mij verteld. 'De mensen in Bilthoven leven nogal los van elkaar', geeft iemand als mogelijke verklaring, 'de Bilthovense bevolking is eigenlijk in een aantal kringen verdeeld, die zich verder niet met elkaar bezighouden'. Biltenaren bedoelen, denk ik, hetzelfde wanneer zij zeggen: 'In het oude dorp kende iedereen elkaar, de mensen groetten elkaar, zo.., met de hand aan de pet. Maar nu, .., het is een grote plaats geworden, 't is allemaal import'.

 Noten

1. In het Nationaal Schoolmuseum te Zoetermeer zijn de taaltoestellen te bewonderen. Maar of ze inderdaad zo vernuftig zijn als de verslaggever veronderstelde, wordt sterk betwijfeld. De bruikbaarheid van deze methode van aanschouwelijk onderwijs ontgaat ons, omdat de betekenis van de symbolen niet meer bekend is.

 Gebruikte Literatuur

Biltsche Courant 20 augustus 1927

Biltsche Courant 21 september 1928

Mr. P.H. Damstd 'Uit het verleden van

De Bilt', De Bilt, 1960

Mr.dr. J.H. Jonckers Nieboer 'Hoe Bilthoven groeide', z.pl., 1939 (gemeentearchief De Bilt, D-20)

J. Uittenbogaard 'De ontwikkeling van het villa-dorp Bilthoven', z.pl., z.j.

(gemeentearchief De Bilt, D-20)

Weqwijzer voor De Bilt 1984/1985 gemeentepocket

 De foto's bij dit artikel zijn afkomstig uit het gemeentearchief  De Bilt.

Zakelijke info