Periodiek van de Vereniging Vrienden van het Nationaal Onderwijsmuseum

 


 


20204. De tijden veranderen, maar verandert het rekenonderwijs door Hans de Frankrijker, 1984 nr.2

 In het blad 'Vernieuwing van Opvoeding, en Onderwijs' van maart 1946 (no 32, 4e Jaargang) vond ik twee fraaie rekensommen vermeld op pagina 95: Dit stond op een schoolbord ergens in Drente: 1. Een haas is een hond 95 sprongen voor. De hond maakt 9 sprongen tegen de haas 7, en de hond komt met 3 spr. zover als de haas met 4. Hoeveel sprongen maakte de haas nog vóórdat de hond hem grijpt? 2. Hoeveel kost anderhalf half kalf en een half half kalf, als men voor anderhalf derdepart van een kalf anderhalve rijksdaalder minder betaalt dan voor anderhalf maal anderhalf kwartkalf.

Een puzzle? Nee, een som; wat zal daarmee het 'kinderlijk denken' gebaat zijn. En wat een 'realiteitszin'! Hoe is het ook weer? 0, ja de school moet meer rekening houden met de praktijk van het leven. Tableau!

Het blijkt dat men in 1946 al de nodige kritiek had op dit soort sommen. Maar anno 1984 staan thans gebruikte rekenmethoden voor de basisschool ook nog steeds bol van dit type redaktiesommen. Het taalkundig aspekt is wat eenvoudiger geworden in vergelijking met bovenstaande sommen, zo viel me op bij het doornemen van een paar hedendaagse rekenboekjes. De dieren vormen nauwelijks meer onderwerp of koptekst van de rekenproblemen, om niet te spreken van halve of 'derde parten' van dieren. Neen, het zijn nu meer eigentijdse onderwerpen, zoals auto's, vliegtuigen of raketten: Met een gierend geluid komt een straaljager over met een snelheid van 1200 km/uur. Hoeveel legt hij in 1 sec af?

De koptekst, bedoeld om het rekenprobleem meer levensecht te maken (?), verandert na verloop van jaren. Iets anders is het als je je afvraagt of er ook sprake is van werkelijke vernieuwing van het rekenonderwijs. De aanpak van Wiskobas, zoals onder meer door de heer Goffree wordt voorgestaan en waarover iets meer te lezen valt in dit nummer (zie b1z 6 e.v. hiervoor), biedt wel vernieuwende perspektieven, maar hiervan is nog maar weinig gerealiseerd in de onderwijspraktijk. Er zijn enkele interessante vernieuwingsstroompjes die echter steeds weer overspoeld dreigen te worden door een hoofdstroom van oude, traditionele rekenmethoden die met behulp van een keurig aangebrachte face‑lift weer als nieuw op de leermiddelenmarkt verschijnen en als eigentijds worden gepropageerd.

Nu nog even terug naar de som over het kalf. Wie behept is met een speciale belangstelling voor onderwijsgeschiedenis snuffelt soms graag in oudere jaargangen van onderwijstijdschriften. Zo kwam ik toevallig in Pedagogische Studiën van 1932 (Jaargang XIII, p. 349) de volgende zinsnee tegen: 'Pestalozzi's kalf moet in de school'. De opmerking werd gemaakt in het kader van een bespreking van het boek van f.J. Romeyn: ' grepen uit de practijk' Ten dienste van kweekelingen en jonge onderwijzers. (Groningen/Den Haag/ Djakarta, 1932). De schrijver van deze bespreking, P.A. Hoogwerf, deed deze uitspraak in verband met het benadrukken van het belang van het levensecht, aanschouwelijk onderwijs. Nu is mij wel duidelijk dat Pestalozzi (1746‑1827) het aanschouwelijk onderwijs sterk heeft gepropageerd (zie zijn 'ABC der Anschauung') Maar ik heb nooit geweten dat Pestalozzi iets speciaals heeft gehad met een kalf. Ik kan dan ook maar niet achterhalen wat nu precies de achtergrond is waartegen deze opmerking is gemaakt. Eerlijk gezegd heb ik me er ook niet echt uitputtend mee beziggehouden. Er zijn trouwens wel relevantere onderwerpen te bedenken, maar ... stiekum blijft het je toch bezighouden.

Je informeert eens bij mensen rondom je heen, waarvan je vermoedt dat ze het zomaar zouden kunnen weten, maar dat levert niets op. Je zoekt eens wat op in pedagogiek‑handboeken en slaat er enkele gangbare historischpedagogische werken op na. Bij elkaar kom je zo wel veel te weten over de ideeën en het levenspad van Pestalozzi, maar het verband met dat kalf blijft nog steeds in duister gehuld. Het verband dat ik nog kan bedenken tussen Pestalozzi en een kalf is terug te voeren op zijn levensperiode als zelfstandige boer. Ik zoek er nu ook verder niet meer naar, maar mogelijk kan iemand die dit leest licht in deze (bij)zaak brengen...

Hans de Frankrijker

Zakelijke info