header genvos2
Home Nieuws Sitemap Contact
Gijsbert ca 1580

00 Algemeen Genealogie Voskuil

De familie Voskuil woonde en werkte vanaf de 16e eeuw tot begin van de 19e eeuw in de Noordkethelpolder. De eerste vijf generaties bezaten grote stukken land tussen het huidige Groenewegje en de Schie. Zij leefden voornamelijk van veeteelt en handel, zij hadden 23 morgen land, ca 20 hectare. Zij moesten met de tien rijkste boeren uit de polder bijdragen aan het onderhoud van de molen. Uit oude akten blijkt dat er regelmatig sprake was van het opmaken van testamenten en akten waarin de koop en verkoop van goederen zijn vermeld. Voorts waren Gijsbert en Maarten Voskuil rond 1750 en 1784 kerkmeester van de katholieke Sint Jacobusparochie in Kethel. Gijsbert Maartenszoon maakte bewust de inlijving mee door de Fransen, hij weigerde om paarden te leveren voor de expeditie van Napoleon naar Rusland.

Kethel was een zelfstandig dorp tot de annexatie in 1941 door Schiedam. De oude kerk in het centrum uit ca 1248 werd in 1578 door de Hervormden overgenomen. De katholieken, die ruim de helft van de bevolking in Kethel vormden, maakten na de reformatie eerst gebruik van schuilkerken in boerderijen die herkenbaar waren aan de initialen IHS. De boerderij aan de Kerkweg/ hoek Groenewegje werd rond 1730 verbouwd tot kerk met een pastoorshuis. Door schenkingen werd de inrichting steeds fraaier, maar het geheel werd te klein voor de groeiende gemeenschap. In 1890 werd een nieuwe neogothische Jacobuskerk feestelijk ingewijd, maar de Voskuilen waren toen al naar Delft vertrokken.

1832-landvoskuil-1832-fripNadat de spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem in 1839 was geopend, werd de lijn doorgetrokken naar Rotterdam en was in 1847 klaar. De geplande spoorlijn liep dwars over het land en door het woonhuis van de familie Voskuil. Zij verlieten hun geboortegrond in Kethel en verhuizden naar Delft. In 1846 is de aankomst geregistreerd van Gerardus Voskuil in Hof van Delft. In hetzelfde jaar trouwt hij met Magdalena Romeijn, samen krijgen zij zes kinderen, waarvan de meeste jong stierven. Gerardus geeft als beroep bouwman en koopman op. Waarschijnlijk had hij aardig wat geld want rond 1850 koopt Gerardus vier huizen en stukken grond aan de Gasthuislaan en percelen in in de zuidpolder van Delfgauw. Bij het overlijden van Gerardus in 1862 is er sprake van 'levende haaf te veld staand' , koestallen en melkgereedschappen met de waarde van de inboedel en juwelen samen ruim vierduizend gulden. Maar er waren ook schulden, zodat de weduwe uiteindelijk bijna 2.000 gulden erfde en de twee minderjarige kinderen samen 950 gulden.

As Leendert Gerardus 25 jaar is, trouwt hij in 1887 metpa vos met kar Helena van der Kleijn. Zij krijgen samen zes kinderen waarvan er twee volwassen worden: Josina Magdalena Alida (1889) en Norberta (1895). Een paar maanden na de geboorte van Bertha overlijdt haar moeder en trouwt Leendert voor de tweede keer, nu met Barbara Catharina Tetteroo. Alleen zoon Petrus Leonardus Marie zorgt voor acht nakomelingen uit twee huwelijken. Hij is van jongsafaan gewend om hard te werken door het bezorgen van melk in de omgeving met paard en wagen. Na het overlijden van zijn vader in 1925 begint hij een eigen melkzaak, eerst op het Oosteinde in Delft en kort daarna op de Rotterdamseweg nummer 46. Helaas overlijdt Petrus in 1846.

Zijn twee jongste zonen kozen voor het vak van journalist. Bert Voskuil werkte jarenlang voor Nieuwe Revu, was actief in de SP en doet nog erg veel voor daklozen in Haarlem. Verder heeft hij boeken geschreven over sport en misdaad (loont niet). Kleinzoon Koen Voskuil is bekend geworden door de gijzeling van justitie omdat hij zijn bronnen niet bekend wilde maken. In 2011 is hij met Marit Vermeulen de trotse vader van twee dochters Ilvy en Maren en werkt hij als onderzoeksjournalist bij het Algemeen Dagblad. Een van zijn publicaties is is een lijvig boek over Neelie Smit.
Marry Voskuil is de ontwerpster van deze site en familieonderzoekster. Zij werkte als onderwijzeres, bestuursconsulente en rijksinspecteur in het onderwijs en schrijft sinds haar pensionering boeken over de geschiedenis van het onderwijs vooral in Delft en Den Haag.

kethel-kaart